Allah subhan wata’ala

“Hoe kunnen jullie niet in Allah geloven, terwijl jullie dood waren en Hij jullie leven gaf! Vervolgens zal Hij jullie laten sterven, waarop Hij jullie tot leven wekt en tot Hem is de terugkeer.” (Koran 2:28)

Geloof in Allah

Uitleg van de Pilaren van Imaan door Shaikh Muhammed Ibn Salih Al-‘Uthaimien

1. Geloof in het bestaan van Allah.

Het bestaan van Allah (Glorieus en Verheven is Hij) wordt bevestigd door de Fitrah (de aangeboren zuiverheid die Allah in elk mens creëert), het verstand, de Shari’ah (islamitische wetgeving) en de zintuigen.

Wat de Fitrah betreft, hierover zeggen we het volgende: Allah, onze Schepper, heeft het geloof in Hem in elk mens teweeggebracht. Het is niet nodig om de mensheid dit geloof te onderwijzen of erover na te denken hoe men dit geloof kan verkrijgen. Degenen die deze Fitrah echter vervalst hebben, zullen hier geen voordeel van hebben. De profeet heeft gezegd: “Iedereen wordt geboren met Fitrah. Het zijn echter de ouders die hem bekeren tot het Jodendom, het Christendom of Majoesisme (vuuraanbidding).” [1]

Het menselijk verstand dient gebruikt te worden om het bestaan van Allah (Glorieus en Verheven is Hij) te bewijzen. De gehele schepping, zowel het nieuwe als oude, moet een Schepper hebben die dit alles uitgevonden heeft en begonnen is. Deze schepping kon niet uit zichzelf of per toeval ontstaan zijn. Het heeft zichzelf niet kunnen scheppen omdat het voorheen niet bestond. Dus hoe zou het dan hebben kunnen scheppen?

Ook zou de schepping niet per ongeluk of per toeval ontstaan kunnen zijn. Alles wat bestaat moet een Schepper hebben die het tot bestaan heeft gebracht. De schepping is prachtig in zijn organisatie, evenwicht en in onderling verband gebracht in zijn bestaan. Er is achter elke handeling een reden en een Schepper. Dit alles verklaart de uitspraak, dat het gehele universum per toeval is ontstaan, ongeldig. Iets wat per toeval is ontstaan kan niet in zijn vorm georganiseerd zijn, omdat het voordat het gevormd was geen organisatie heeft gekend. Wat maakt iets wat per toeval ontstaan is zo georganiseerd? Indien deze gehele schepping noch zichzelf heeft kunnen scheppen noch door toeval zou kunnen zijn ontstaan, dan moet het dus een Schepper hebben, Allah, de Heer der Werelden. Allah heeft deze redenering in de Qor-aan genoemd: “Of zijn zij uit niets geschapen, of zijn zij (zelf) de scheppers?” [2]

Deze Aayaah betekent dat men noch geschapen zou zijn zonder Schepper, noch zichzelf zou kunnen scheppen. Dus is het Allah (Glorieus en Verheven is Hij) die ze geschapen heeft. Dit is waarom Djoebayr ibn Mot’im de boodschapper deze Soerat hoorde reciteren totdat hij aankwam bij de volgende verzen: “Of zijn zij uit niets geschapen, of zijn zij (zelf) de scheppers? “ Of hebben zij de hemelen en de aarde geschapen? Zelfs zij zijn er niet van overtuigd. “ Of bevinden zich bij hen de schatten van jouw Heer, of hebben zij de heerschappij?” [3]

Djoebayr, een ongelovige, zei toen: “Mijn hart sprong er bijna uit (door de kracht van deze redenering die in deze Soerat genoemd wordt). Dit was de eerste keer dat Imaan (geloof) mijn hart binnen drong.”

Het gebruik van parabelen is heilzaam in deze beschouwing. Stel je eens voor dat iemand je zou vertellen over een prachtig paradijs, omringd met tuinen waar rivieren doorheen stromen. Dit paradijs zit boordevol meubilering en bedden en is schitterend verfraaid. Als deze man je zou vertellen dat dit paradijs zichzelf heeft geschapen en alles wat het bevat, of dat dit alles per toeval is ontstaan, dan zou je meteen tot de veronderstelling komen dat deze stelling fout is en onzin. Hoe kan dan dit reusachtige universum, die de aarde, de hemelen en de sterren bevat, en het prachtig georganiseerde bestaan dat wij zien, op zichzelf of per toeval ontstaan zijn?

Wat betreft de Shari’ah, alle goddelijke religies getuigen van het feit dat Allah (Glorieus en Verheven is Hij) de wereld heeft geschapen. Alle wetten die met deze goddelijke en geopenbaarde religies werden gezonden bevatten datgene waar de mensheid baat bij heeft. Dit vormt het bewijs van het bestaan van een Wijs en Alwetende Heer die weet wat voordeel brengt voor Zijn schepping. Alle goddelijke/geopenbaarde religies beschrijven een universum dat zelf een bewijs vormt voor het bestaan en bekwaamheid van Allah (Glorieus en Verheven is Hij), Die schept wat Hij wil.

Ook de zintuigen dienen gebruikt te worden om het bestaan van Allah (Glorieus en Verheven is Hij) te bewijzen. Wij weten dat Allah de smeekbede accepteert van eenieder die Zijn hulp zoekt, en dat Hij (Glorieus en Verheven is Hij) hen de gunsten schenkt die zij wensen. Dit vormt een duidelijk bewijs van het bestaan van Allah, Die heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent: “En (gedenk) Noah, toen hij Ons vroeger aanriep en Wij hem daarop verhoorden: Wij redden hem en zijn familie van een geweldige ramp.” [4]

“Toen jullie je Heer (bij de slag van Badr) om hulp vroegen en Hij jullie verhoorde” [5]
Anas ibn Maalik (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft gezegd: “Een Arabier (bedoeïne) betrad de moskee op vrijdag terwijl de profeet de toespraak (khoetbah) hield. Hij zei: “O boodschapper van Allah! (Onze) bezittingen zijn vernietigd en (onze) kinderen zijn hongerig. Smeek Allah voor ons.” Hij (de profeet ) hief zijn handen op, in smeekbede voor Allah (Glorieus en Verheven is Hij). Opeens werden er wolken gevormd die op bergen leken. Hij daalde niet af van zijn minbar (preekstoel) totdat ik regen op zijn baard zag vallen. Op de tweede vrijdag, stond deze Arabier of iemand anders op en zei: “O boodschapper van Allah! Gebouwen zijn ineengestort en bezittingen zijn overstroomd. Smeek Allah voor ons.” Hij (de profeet ) hief zijn handen op en zei: “O mijn Heer! (Laat het regenen) rondom ons en niet op ons.” Waar hij zich ook naar toe wendde (naar de hemel), begonnen zij (de wolken) uiteen te drijven. [6]

Allah’s acceptatie van smeekbeden was en is nog steeds een gekende kwestie, tot op de dag van vandaag. Het is hen gegeven, die waarachtig zijn bij het zoeken van toevlucht bij Allah (Glorieus en Verheven is Hij) en smeekbedes op de juiste manier verrichten om van Zijn acceptatie verzekerd te zijn. Ook zijn er tekenen die Allah de Almachtige aan zijn profeten (vrede zij met hen) heeft gegeven, die wonderen genoemd worden. Mensen hebben van deze wonderen getuigd of gehoord. Zij vormen een duidelijk bewijs voor het feit dat Degene die deze boodschappers gezonden heeft bestaat, en dat is Allah, de Almachtige. Deze wonderen zijn handelingen die boven de bekwaamheden van de mensen staan. Allah (Glorieus en Verheven is Hij) heeft deze aan zijn boodschappers geschonken als een vorm van hulp en om ze de overwinning te schenken. Een voorbeeld van deze wonderen is het teken dat aan Mozes (vrede zij met hem) is gegeven. Allah gebood hem de zee met zijn stok te slaan, en de zee werd verdeeld in twaalf gescheiden delen met bergen van water aan elke zijde van deze delen: “Toen openbaarden Wij aan Moesa: ‘Sla de zee met jouw staf.’ Toen spleet (de zee) en elk gedeelte was als een geweldige berg.” [7]

Een ander voorbeeld is het wonder van Jezus (vrede zij met hem). Hem was de macht door Allah gegeven om de doden te doen herrijzen uit hun graf, terug in het leven. Allah (Glorieus en Verheven is Hij) heeft over hem gezegd, wat vertaald het volgende betekent:“en jij genas de blinden en leprozen, met Mijn verlof. En toen jij de doden deed weerkeren, met Mijn verlof” [8]

Een derde voorbeeld is het wonder dat Mohammed heeft volbracht. Zijn stam, de Qoeraysh, vroeg hem een wonder te verrichten. Hij wees naar de maan, waarna deze in twee delen spleet terwijl zijn volk getuige was van deze gebeurtenis. Allah (Glorieus en Verheven is Hij) heeft over dit wonder gezegd, wat vertaald het volgende betekent: “Het Uur is nabij en de Maan is gespleten. En wanneer zij een Teken zien, dan wenden zij zich af, en zeggen: ‘Voortdurende toverij’.”

Al deze wonderen die Allah (Glorieus en Verheven is Hij) aan Zijn boodschappers heeft geschonken als een vorm van hulp en overwinning en waar hun volkeren getuige van waren, vormen een bewijs van Allah’s bestaan.

2. Geloof in de Heerschappij van Allah.

Dit betekent geloven dat Allah de Heer is, Hij alleen en dat Hij geen deelgenoten of helpers heeft. De Rabb (Heer) is Degene die Schept en Beveelt. Er is geen schepper behalve Allah (Glorieus en Verheven is Hij) en er is geen andere eigenaar van het universum behalve Hij. Het Bevel en het Beheer behoren aan Hem. Hij heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent:“Weet, dat scheppen en bevelen aan Hem is voorbehouden” [10]

“”Dat is Allah, jullie Heer, aan Hem behoort de heerschappij. En degenen die jullie naast Hem aanroepen, hebben over een dadelvliesje nog geen macht.” [11]

Slechts enkele mensen verwierpen Allah’s Heerschappij. Zij zijn degenen die arrogant zijn, degenen die ontkennen wat zij diep in hun hart geloven. Dit was ook het geval bij Farao, toen hij tegen zijn volk zei, zoals in de Qor-aan genoemd wordt: “En zei: ‘Ik ben jullie Heer, de hoogste’.” [12]

“En de Farao zei: “O vooraanstaanden, ik weet geen andere god dan ikzelf voor jullie…” [13]

Wat hij zei, was echter niet zijn ware geloof. Allah heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent: “En zij ontkenden ze, hoewel zij zelf ervan overtuigd waren, uit onrechtvaardigheid en hoogmoed…” [14]

Ook Mozes (vrede zij met hem) zei tegen de Farao, zoals in de Qor-aan genoemd wordt: “Hij (Moesa) zei: ‘Voorzeker, jij weet dat niemand anders die (Tekenen) heeft neer gezonden dan de Heer van de hemelen en de aarde, als een duidelijk bewijs. En voorwaar, ik veronderstel dat jij, O Fir’aun, ten onder gaat’.” [15]

De Arabische ongelovigen van vroeger waren gewend Allah’s Heerschappij te bevestigen, alhoewel zij Hem deelgenoten toekenden bij Zijn aanbidding. Allah heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent: “Zeg: ‘Aan wie behoort de aarde en alles wat zich daarop bevindt, als jullie het weten?’ – Zij zullen zeggen: ‘Aan Allah.’ Zeg: ‘Waarom laten jullie je dan niet vermanen?’ – Zeg: ‘Wie is de Heer van de zeven hemelen en de Heer van de Geweldige Troon?’ – Zij zullen zeggen: ‘Allah.’ Zeg: ‘waarom vrezen jullie (Allah) dan niet?’ – Zeg: ‘In wiens handen is de heerschappij over alles? En Hij beschermt en Hij wordt niet beschermd, als jullie het weten?’ – Zij zullen zeggen: ‘Aan Allah.’ Zeg: ‘Waarom zijn jullie dan misleid?’” [16]

“En als jij hen vraagt wie de hemelen en de aarde heeft geschapen, dan zullen zij zeker zeggen: “De Almachtige, de Alwetende heeft hen geschapen.” [17]

“En als jij hen vraagt wie hen geschapen heeft, dan zullen zij zeker zeggen: ‘Allah.’ Waarom worden zij dan belogen?” [18]

Allah’s bevel bestaat uit zowel Zijn Bestuur van het universum en het Gebod. Hij is Degene Die de Schepping bestuurt, en Degene Die doet wat Hij wil, in overeenstemming met Zijn Wijsheid. Hij is ook Degene Die het bevel geeft om aspecten van aanbidding of van handelingen te organiseren, in overeenstemming met Zijn Wijsheid. Eenieder die iemand anders naast Allah neemt als degene die handelingen van aanbidding of manieren van handeling beveelt, heeft Shirk begaan (ongeloof, associatie in aanbidding) met Allah (Glorieus en Verheven is Hij). Deze daad verklaart Imaan ongeldig.

3. Het Geloof dat Hij de ilaah is.

Allah is de ilaah, dit betekent dat Hij Degene is die aanbeden dient te worden en geen deelgenoten heeft. Deze ilaah wordt met liefde en eerbied aanbeden. Hij heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent: “En jullie God is één God. Geen God is er dan Hij, de Barmhartige, de Genadevolle.” [19]

“Allah getuigt dat er geen god is dan Hij en (ook) de engelen en de bezitters van kennis, standvastig in de gerechtigheid. Er is geen god dan Hij, de Almachtige, de Alwijze.” [20]
Alles wat als god naast Allah wordt genomen, zijn valse goden: “Dat is omdat Allah de Waarheid is en omdat wat zij naast Hem aanroepen vals is en omdat Allah de Verhevene, de Grootste is.” [21]
Door deze dingen ‘god’ te noemen, zal het hen niet tot goden maken. Allah de Verhevene heeft over sommige afgoden (al-Laat, al-’Oezza en Manaat) gezegd: “Het zijn alleen maar namen die jullie hebben verzonnen, jullie en jullie vaderen. Allah heeft daarover geen bewijs neer gezonden.” [22]

Jozef (vrede zij met hem) zei tegen zijn metgezellen in de gevangenis, zoals in de Qor-aan genoemd wordt: “(Yoesoef zei ‘O, mijn medegevangenen, zijn verschillende heren beter, of Allah, de Ene, de Overweldiger?’ Wat jullie naast Hem aanbidden zijn slechts namen die jullie en jullie vaderen hebben gegeven. Allah heeft hiervoor geen bewijs neer gezonden” [23]

Alle boodschappers zeiden gewoonlijk tegen hun volkeren:“O mijn volk, aanbidt Allah, er is geen andere god voor jullie dan Hij” [24]
De ongelovigen weigerden echter deze oproep te accepteren. Zij namen anderen tot goden naast Allah (Glorieus en Verheven is Hij). Zij aanbaden hen naast Allah en riepen hen aan wanneer zij hulp nodig hadden. Allah (Glorieus en Verheven is Hij) weerlegde de ongelovigen in het nemen van deze afgoden als god naast Hem, door twee logische argumenten te gebruiken; het eerste argument: deze afgoden die door de ongelovigen als god worden genomen, bezitten geen eigenschappen die hen bevoegd maakt om goden te zijn. Deze valse goden zijn geschapen en scheppen niet. Zij kunnen noch degenen die hen aanbidden baten, noch kunnen zij het kwaad afweren. Zij kunnen het leven niet geven of nemen. Ook bezitten zij niet, noch zijn zij deelgenoten in het Koninkrijk van de hemelen en aarde. Allah (Glorieus en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent: “Toch namen zij naast Hem goden die niets schiepen en die niet bij machte zijn zelf kwaad (af te wenden) en goed (te doen) en geen macht hebben over leven en niet over de dood en over het opwekken.” [25]

“Zeg: ‘Roept degenen op, die jullie beweren (als goden) naast Allah te zijn.’ Zij hebben zelfs over het gewicht van een mosterdzaadje in de hemelen en op aarde geen macht en zij hebben daarin geen aandeel. En Hij heeft onder hen geen helper.” [26]

“Maken zij (beelden tot) deelgenoten die niets (kunnen) scheppen en die (zelf) geschapen zijn? ” En die hen niet kunnen helpen en die zichzelf niet (kunnen) helpen?” [27]
Als dit het geval is met valse goden, dan is het nemen van dezen als goden een ware misleiding en het ergst van alle daden.

Het tweede argument: de moeshrikien (polytheïsten) behoren niet tot degenen die bevestigen dat Allah (Glorieus en Verheven is Hij) alleen is, de Heer, de Schepper, Degene die alles bezit en Degene die bescherming geeft, en niemand is in staat iemand anders te beschermen tegen Zijn Macht. Deze bevestiging eist van de ongelovigen alleen Allah (Glorieus en Verheven is Hij) te aanbidden. Hij heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent: “O mensen, aanbidt jullie Heer, Degene Die jullie en degenen vóór jullie heeft geschapen. Hopelijk zullen jullie (Allah) vrezen. ” Degene Die de aarde voor jullie heeft gemaakt tot een tapijt en de hemel tot een gewelf en Hij zendt water uit de hemel neer, waarmee Hij vervolgens vruchten voortbrengt als voorziening voor jullie. Kent daarom geen deelgenoten toe aan Allah, terwijl jullie (het) weten.” [28]

“En als jij hen vraagt wie hen geschapen heeft, dan zullen zij zeker zeggen: ‘Allah.’ Waarom worden zij dan belogen?” [29]
“Zeg: ‘Wie schenkt jullie voorzieningen uit de hemel en de aarde,’ of: ‘Wie heeft macht over (het scheppen van) het horen en het zien en wie brengt het levende voort uit het dode en wie brengt het dode voort uit het levende, en wie verordent het bestuur?’ Zij zullen zeggen: ‘Allah.’ Zeg dan: ‘Zullen jullie (Allah) dan niet vrezen?’ ” Dat is Allah, jullie ware Heer. En na de Waarheid, is er niets dan de dwaling. Hoe komt het dan dat jullie worden afgeleid?” [30]

4. Geloof in Allah’s Namen en Eigenschappen.

Dit geloof vereist het accepteren van alles wat Allah (Glorieus en Verheven is Hij) over Zichzelf beschrijft, in Zijn Boek of in de Soennah van de boodschapper . De Namen en Eigenschappen dienen zonder wijziging, verwerping, precieze beschrijving van hun ware aanleg of zonder dezen gelijk te stellen met eigenschappen van de schepping aangenomen te worden. Allah (Glorieus en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent: “En aan Allah behoren de Schone Namen, roept Hem daarmee aan en verlaat degenen die misbruik van Zijn Namen maken; zij zullen worden vergolden voor wat zij plachten te doen.” [31]

“”En aan Hem behoren de meest verheven eigenschappen in de hemelen en op de aarde. En Hij is de Almachtige, de Alwijze.” [32]

“”niets is aan Hem gelijk. En Hij is de Alhorende, de Alziende.” [33]
Wat deze zaak betreft, verkeren twee sektes in dwaling. Eén van deze is de Moe’attillah (de verwerpers). Deze sekte heeft de namen en eigenschappen, of een aantal hiervan verworpen. Zij beweren dat het accepteren van deze namen en eigenschappen leidt tot het associëren van Allah met Zijn schepping. Deze bewering is onjuist vanwege vele redenen, hier volgen er twee:
Deze bewering leidt tot de valse conclusie dat de Woorden van Allah (Glorieus en Verheven is Hij) in tegenstelling zijn met elkaar. Allah is Degene die deze namen en eigenschappen heeft bevestigd en ontkent dat er iets is wat gelijk aan Hem is. Als het bevestigen van deze namen en eigenschappen leidt tot het gelijkstellen van Allah aan Zijn schepping, dan zal dit leiden tot de conclusie dat Allah’s Woorden in tegenstrijd met elkaar zijn en elkaar weerleggen.

Doordat twee dingen een zelfde eigenschap (van iets) hebben, wil dit nog niet zeggen dat zij gelijk zijn of er hetzelfde uitzien. Iemand kan getuige zijn van twee personen die beiden benoemd worden als ‘een mens die hoort, ziet en spreekt.” Deze beschrijving betekent echter niet dat zij van gelijke bevoegdheid zijn in hun gehoor, zicht of spraak. Men kan ook zien dat dieren handen, poten en ogen bezitten. Dit betekent echter niet dat dieren hetzelfde zijn in alle opzichten wat betreft hun handen, poten en ogen. Als verschil al zo groot is tussen hetgeen de schepping bezit aan namen en eigenschappen, dan is het verschil tussen de Schepper en de schepping nog veel groter en veel klaarblijkelijker.

De tweede afgedwaalde sekte wordt ‘al-Moeshabbiehah’ genoemd. Zij bevestigen de namen en eigenschappen wel, maar zij hebben deze gelijk gesteld aan de namen en eigenschappen van de schepping. Zij beweren dat dit hetgeen is wat de Teksten (van de Qor-aan) bedoelen. Zij beweren dat Allah (Glorieus en Verheven is Hij) aan Zijn dienaren heeft geopenbaard wat zij kunnen begrijpen. Deze bewering is onjuist vanwege verschillende redenen. Een aantal van deze redenen zijn:

Allah’s gelijkenis aan Zijn schepping is onjuist en is in tegenspraak met het verstand en de wetten van de Shari’ah. De Teksten van de Qor-aan en Soennah kunnen niet tot valsheid leiden in hun betekenissen.
Allah (Glorieus en Verheven is Hij) heeft geopenbaard wat Zijn dienaren van de algemene betekenis kunnen begrijpen. De ware aard van hoe deze betekenissen eruit zien is kennis die alleen Allah kan bezitten, vooral met betrekking tot de ware aard van Zijn namen en eigenschappen. Allah (Glorieus en Verheven is Hij) bevestigt dat Hij de Alhorende is. Horen betekent het begrijpen van geluiden. De ware aard van Allah’s Gehoor is echter onbekend. De schepping verschilt in bekwaamheid van het gehoor. Het verschil tussen Allah’s Gehoor en die van Zijn schepping is zelfs veel groter en veel klaarblijkelijker. Allah (Glorieus en Verheven is Hij) heeft ook bevestigd dat Hij Istiewaa-e (bestijgt/Zich vestigt) op Zijn Troon. Het bestijgen of vestigen op een troon wordt gekend in de algemene betekenis van het woord ‘bestijgen’ of ‘vestigen’. De ware aard van Allah’s bestijging op Zijn Troon is onbekend. Het bestijgen van iets verschilt al in schepping. Het bestijgen van een stoel is niet hetzelfde als het bestijgen van een kameel. Als al-Istiwaa-e in de schepping onderling verschilt, hoe kan de Istiwaa-e van Allah (Glorieus en Verheven is Hij) dan vergeleken worden met de Istiwaa-e van de schepping? Het verschil tussen hen is veel groter en klaarblijkelijker.

Belang van het geloof in Allah:

Geloven in Allah, op bovengenoemde wijze, leidt tot vele effecten voor de gelovigen:

  • Om zich bewust te worden van de Tawh’eed van Allah (Glorieus en Verheven is Hij), door alleen van Hem afhankelijk te zijn en je hoop op Hem te vestigen, en alleen Hem te vrezen en te aanbidden.
  • Om de liefde en verering van Allah (Glorieus en Verheven is Hij) te perfectioneren, en m.b.t Zijn Macht zoals beschreven door Zijn Meest prachtige namen en Meest hoge eigenschappen.
  • Door waarachtig te zijn in de aanbidding van Allah (Glorieus en Verheven is Hij) door zich te houden aan Zijn geboden en Zijn verboden na te laten.

——————————————————————————-

[1] Al-Boekhaarie.
[2] Soerat At-Thoer (52), aayah 35.
[3] Soerat At-Thoer (52), ayaat 35-37.
[4] Soerat Al-Anbiyaa (21), aayah 76.
[5] Soerat Al-Anfaal (8.), aayah 9.
[6] Al-Boekhaarie
[7] Soerat As-Shoe’araa-e (26), aayah 63.
[8] Soerat Al-Maa-idah (5), aayah 110.
[9] Soerat Al-Qamar (54), aayah 1-2.
[10] Soerat Al-A’raaf (7), aayah 54.
[11] Soerat Faathir (35), aayah 13.
[12] Soerat Faathir (79), aayah 24.
[13] Soerat Al-Qasas (28.), aayah 38.
[14] Soerat An-Naml (27), aayah 14.
[15] Soerat Al-Israa-e (17), aayah 102.
[16] Soerat Al-Moe-e-minoen (23), ayaat 84-89.
[17] Soerat Az-Zoekhroef (43), aayah 9.
[18] Soerat Az-Zoekhroef (43), aayah 87.
[19] Soerat Al-Baqarah (2), aayah 163.
[20] Soerat Aal-‘Imraan (3), aayah 18.
[21] Soerat Al-H’addj (22), aayah 62.
[22] Soerat An-Nadjm (53), aayah 23.
[23] Soerat Yoesoef (12), aayah 39-40.
[24] Soerat Al-Moe-e-minoen (23), aayah 23.
[25] Soerat Al-Foerqaan (25), aayah 3.
[26] Soerat Saba-e (34), aayah 22.
[27] Soerat Al A’raaf (7), ayaat 191-192
[28] Soerat Al-Baqarah (2), ayaat 21-22
[29] Soerat Az Zoekhroef (43), aayah 87
[30] Soerat Yoenoes (10), ayaat 31-32
[31] Soerat Al-A’raaf (7), aayah 180.
[32] Soerat Ar-Roem (30), aayah 27.
[33] Soerat As-Shoera (42), aayah 11.