De bekering van Omar

De bekering van Omar

Drie dagen nadat Hamzah zich tot de Islam bekeerde, deed Omar Ibnulkhattaab dat ook. Voordat hij moslim werd had hij de hardste acties gevoerd tegen de moslims.
Op een nacht hoorde hij in het geheim de profeet, Allah’s zegen en vrede zij met hem, uit de Koran lezen tijdens zijn gebed bij de Ka’bah. De waarheid drong tot zijn hart door maar hij hield vast aan zijn standpunt. Op een dag droeg hij een zwaard en vertrok om de profeet, Allah’s zegen en vrede zij met hem, te vermoorden.Hij kwam een man tegen die hem vroeg: ,,Waar ga je naar toe, Omar?”. Hij antwoordde: ,,Ik wil Mohammed vermoorden”. ,,Hoe ontsnap je dan aan de wraak van Beni Haashim en Beni Zuhrah als je Mohammed vermoordt” zei de man. Omar zei: ,,Ben jij soms bekeerd?”. Hij zei: ,,Omar, zal ik je eens iets heel vreemds vertellen? Je zus en je zwager zijn bekeerd”. Omar vertrok woedend naar hen. Bij hen thuis was Khabab Ibn Al’art die soerat “Taha” uit de Koran juist voorlas. Toen ze hoorden dat Omar kwam, raakten ze in paniek en heeft de zus van Omar het blad verstopt. Hij liep naar binnen en vroeg: ,,Wat hoor ik hier?”. Ze antwoordden: ,,We waren gewoon aan het praten”. Omar zei: ,,Of zijn jullie soms bekeerd?”. Zijn zwager zei: ,,Omar, wat als de waarheid zich ergens anders bevindt dan in je eigen religie?”. Omar pakte zijn zwager en sloeg hem vreselijk. Zijn zus probeerde hem tegen te houden waarna hij haar een klap gaf. Dat veroorzaakte een wond in haar gezicht, zodat het ging bloeden. Zij werd kwaad en zei: ,,Omar, de waarheid is niet in je eigen religie te vinden. Ik verklaar dat er geen andere God bestaat dan Allah en dat Mohammed Zijn gezant is.”Omar voelde zich hopeloos en had wroeging om wat hij gedaan had. ,,Mag ik dat blad dat jullie hier hebben?” vroeg hij. ,,Dan kan ik het lezen.” Zijn zus antwoordde: ,,Jij bent onrein en alleen reine mensen kunnen het aanraken, ga je wassen”.
Hij deed dat, pakte het blad en las: ,,In de naam van Allah, de Barhartige, de Ermbarmer” en zei: ,,Lofwaardige en reine namen” en heeft verder gelezen tot aan: ,,Voorwaar, Ik ben Allah, er is geen god dan Ik. Aanbid mij daarom en onderhoud de salat om Mij te gedenken” Omar zei: ,,Dit zijn prachtige uitspraken. Waar kan ik Mohammed vinden?”. Khabab liep hem achterna en zei: ,,Wees verheugd Omar. Ik hoop dat de smeekbede van de profeet, Allah’s zegen en vrede zij met hem, donderdagnacht voor jou bedoeld was” (De profeet, Allah’s zegen en vrede zij met hem, had een smeekbede verricht op die nacht en had gezegd: ,,Oh Allah, versterk de Islam met één van de twee mannen; Omar Ibnulkhattaab of Abu Djahl Ibn Hishaam”). Khabab vertelde hem daarna dat de profeet, Allah’s zegen en vrede zij met hem, zich in het huis van Al’arqam bevond.Omar vertrok naar het huis en klopte op de deur. Een man achter de deur zag dat hij een zwaard bij zich had en vertelde dat aan de profeet, Allah’s zegen en vrede zij met hem. De aanwezigen kwamen bij elkaar. Hamzah zei: ,,Wie is er aan de deur?” ,,Omar” zeiden ze. Toen zei hij: ,,Doe dan die deur open. Als hij goede bedoelingen heeft vindt hij die ook bij ons en als hij slechte bedoelingen heeft, vermoorden wij hem met zijn eigen zwaard.” De profeet, Allah’s zegen en vrede zij met hem, kreeg op dat moment een openbaring.

Hij kwam naar buiten en trok Omar bij zijn kleding naar zich toe. Hij zei tegen hem: ,,Houd je hiermee op Omar of wacht je tot Allah jou hetzelfde lot heeft toebedeeld als Alwalid Ibnulmughirah?” Hij voegde er aan toe : ,,Oh Allah, dit is Omar Ibnulkhattaab. Oh Allah, versterk de Islam met Omar Ibnulkhattaab.” Waarna Omar zei: ,,Ik verklaar dat er geen andere god is dan Allah en dat u de gezant van Allah bent.” De aanwezigen zeiden daarop gezamenlijk “allahoe-akbar” d.w.z. “Allah is groot”, dat gehoord werd in de moskee.

De reactie van de afgodendienaars ten opzichte van de bekering van Omar

Omar, moge Allah met hem tevreden zijn, was een moedig man. Toen hij moslim werd ging
hij naar de grootste vijand van de profeet en de moslims onder de inwoners van Quraish; Abu Djahl. Hij klopte aan op zijn deur, Abu Djahl kwam naar buiten en zei: ,,Welkom. Wat is er aan de hand?” Omar antwoordde: ,,Ik kom om jou te vertellen dat ik in Allah en in Zijn gezant Mohammed geloof”. Abu Djahl gooide de deur achter zich dicht en zei: ,,Moge Allah jou en je bericht vervloeken”. Omar vertrok daarna naar zijn oom Al’aas Ibn Haashim, bracht hem daarvan op de hoogte en mocht van zijn oom het huis binnen. Daarna is hij naar Jamil Ibn Ma’mar Aldjamhi gegaan, de snelste berichtverspreider in Quraish, en vertelde hem dat hij moslim was geworden, waarna Jamil hardop riep: ,,Omar heeft zijn religie verlaten”. Omar zei: ,,Dat is een leugen, ik ben moslim geworden”. De mensen vielen Omar aan waarna zij tot de ochtend hebben gevochten. Toen hij naar zijn woning terugkeerde volgden zij hem om hem te vermoorden. Het waren er veel. Al’aas Ibn Waïl As-sahmi uit Beni Sahm kwam op dat moment, zijn stam was een bondgenoot voor Beni U’day, de stam van Omar. Hij zei tegen Omar: ,,Wat heb je?”. ,,Jouw mensen beweren dat zij me zullen vermoorden als ik moslim wordt”, zei Omar. Al’aas reageerde: ,,Maar ze kunnen niet bij jou terechtkomen”, liep naar buiten en zag een grote groep mensen bij de vallei en vroeg hen: ,,Waar willen jullie naar toe?” Zij antwoordden: ,,Ibnulkhattaab heeft zijn religie verlaten”. Hij vertelde hen dat ze niet bij hem terecht konden, waarna zij terugkeerden.

De versterking van de Islam en de moslims door de bijkomst van Omar

De moslims ondervonden van het feit dat Omar zich tot de Islam had bekeerd veel steun en kracht. Daarvoor verrichten ze het gebed in het geheim. Toen Omar moslim werd zei hij: ,,O gezant van Allah, wij zijn toch op het rechte pad, of we nu blijven leven of dood gaan?”.

De profeet, Allah’s zegen en vrede zij met hem, antwoordde: ,,Jawel”. Omar zei: ,,Waarom de geheim-houding dan? Ik zweer bij Degene die jou met de waarheid heeft gezonden, dat we naar buiten toe moeten gaan”. Met Hamzah in een rij en Omar in een andere rij liepen zij in twee rijen de straat op totdat zij de gewijde Moskee “almasdjid alhraam” binnen liepen.

De mensen van Quraish werden erg bedroefd toen zij dat zagen. Vandaar dat Omar later “alfaroeq” werd genoemd, dat wil zeggen de scheider tussen het goed en het kwaad. Ibn Mas’ud heeft in dit verband gezegd: ,,Wij hebben onze hoogmoedigheid niet meer verloren, sinds Omar moslim werd. Wij konden niet vlak voor de Ka’bah bidden totdat Omar zich tot de Islam had bekeerd.”

Suhaib heeft ook gezegd: ,,De Islam verscheen pas helemaal toen Omar moslim werd. Vanaf dat moment kon de verkondiging plaatsvinden in het openbaar en wij konden rondom de Ka’bah zitten en lopen. We kregen toen rechten van wie ons hadden onderdrukt en konden hen ook tegenspreken.”