Geselecteerde Vragen en Antwoorden
betreffende de Chawaaridj van Toen
en de Chawaaridj van Nu
Door as-Shaych al-‘Allaamah Saalih al-Fauwzaan
Vertaald door: Iesaa Aboe Yoesoef, voetnoten vertaald door Mohammed Aboe ‘Oebaydillaah
Nagekeken door: Redactie Selefie Publikaties
Bron: “al-Idjaabaat al-Moehimmah fie Mashaakil il-Moedlahimmah” door al-Allaamah al-Fauwzaan
verzameld door Mohammad bin Fahad al-Hoesayn blz 9-30.
Vraag 1:
“Zijn degenen die de ideologie van de Chawaaridj dragen, vandaag de dag
aanwezig?”
Antwoord 1:
“Yaa Soebhaanallaah (Ver verwijderd is Allaah van alle imperfecties)! En datgene
wat vandaag de dag gebeurt, is het niet van de daden van de Chawaaridj? En het is
het verklaren van de Moslims tot ongelovigen, en nog ernstiger dan dat is het doden
van de Moslims en het aanvallen van hen door middel van bomaanslagen. Dit is de
manhadj van de Chawaaridj, het bestaat uit drie aspecten:
Allereerst - Takfier (ongelovigverklaring) van de Moslims.
Ten tweede - Rebeleren en ongehoorzaamheid tegenover de leider.
Ten derde - Het toegestaan maken van het bloed van de Moslims (te vergieten).
Dit is de manhadj van de Chawaaridj, en zelfs als een persoon het gelooft in zijn hart
maar niet spreekt (met iets ervan) of niets ervan uitvoert, (dan) zou hij nog steeds een
Chaaridjie worden in zijn geloof en opinie, (hetgeen) wat hij niet openlijk te kennen
gaf.” 1
Vraag 2:
“Worden de Chawaaridj beschouwd als zijnde van de mensen van de Qiblah
(moslims)? En kan men achter hen bidden? En wat is de algemene regelgeving
betreffende degene waarachter gebeden kan worden, van de mensen van de
Qiblah?”
Antwoord 2:
“De oelemaa zijn in een geschil van twee uitspraken geraakt betreffende (de vraag)
of de Chawaaridj ongelovigen zijn of slechts afgedwaalden en zondaren. En de
mening dat zij ongelovigen zijn is dichter bij de waarheid omdat de bewijzen
indiceren dat zij ongelovigen zijn. Wat betreft bidden achter hen, dan is dat niet
toegestaan behalve wanneer zij autoriteit verkrijgen over een land, zoals vermeld is
door de oelemaa. In dit geval, behoort de Moslim achter hen te bidden en de
gezamenlijke gebeden niet te verlaten.”2
Vraag 3:
“Wordt degene die takfier maakt over de leiders en de Moslims aanmoedigt om te
rebelleren tegen hun leiders, beschouwd als zijnde van de Chawaaridj?”
Antwoord 3:
“Dit is de madhhab van de Chawaaridj. Wanneer een individu gelooft dat het is
toegestaan om te rebelleren tegen de Moslim leiders, en nog ernstiger dan dat als zij
hen tot ongelovigen te verklaren. Dit is de madhhab van de Chawaaridj.”
Vraag 4:
“Wat is uw standpunt tegenover degenen die algemeen en specifiek takfier maken
van de Moslim leiders vandaag de dag? Worden zij (degenen die takfier maken van
de leiders) beschouwd als zijnde van de Chawaaridj? Geef ons uw mening
Barakallaahoe fiekoem en Djazaakoemoellaahoe chairan”
Antwoord 4:
“Degenen die de Moslim leiders tot ongelovigen verklaren in het algemeen, zij zijn
van de meest extreme van de Chawaaridj omdat zij niemand uitsluiten en de
regelgeving van ongeloof toepassen op alle Moslim leiders. Dus dit is de meest
ernstige vorm van de madhab van de Chawaaridj, omdat zij (de verklaring van
ongeloof) generaliseerden.”
Vraag 5:
“Er is een persoon op het internet die de jeugd oproept om de bay'ah (eed aflegging)
van de leider van dit land (Saoedi-Arabië) te verwerpen. En de reden daarvoor is de
aanwezigheid van banken die handelen in rente en de openlijke manifestaties van
kwaad in dit land (zoals zij beweren). Dus wat is uw advies? Moge Allaah u
beschermen.”
Antwoord 5:
“Ons advies is dat deze uitspraak vals is en niet geaccepteerd moet worden. Dat is
omdat deze persoon oproept naar dwaling en naar het opsplitsen van het woord
(van de eenheid in het land), en het is verplicht om deze persoon en zijn uitspraak af
te keuren, en er geen enkele aandacht aan te schenken, omdat hij uitnodigt naar
valsheid, kwaad, verderf en fitnah. En de aanwezigheid van deze dingen (die in de
vraag werden opgenoemd) noodzaken geen ongeloof van de leiders.”
Vraag 6:
“Sommige mensen zijn erg gemakzuchtig met betrekking tot de rebellie tegen de
leiders. Zij gebruiken als bewijs hetgeen dat voorviel in de tijd van [de moslim tiran]
al-Haddjaadj en degenen die tegen hem rebelleerden, aan het hoofd van hen Sa`ied
bin Djoebayr (moge Allaah barmhartig met hem zijn). Dus wat is het antwoord op dit
punt?” Geef ons uw fatwa, moge u beloond worden!
Antwoord 6:
“Deze uitspraak is ongegrond zonder teugels of banden. De Moslims zijn nooit
gestopt met het vasthouden aan het luisteren en gehoorzamen (van de leiders), ook
al zijn er enkele geschillen voorgevallen in bepaalde tijdsperioden. Echter, de
meerderheid van de Moslims hebben vastgehouden aan het luisteren en
gehoorzamen. En als er bij sommigen van hen geschillen of fouten voorkomen, dan
zouden zij (de moslims) het van hen afkeuren en hen bestrijden. En Sa`ied bin
Djoebayr (moge Allaah barmhartig met hem zijn) was van de Iemaams van de
Taabi`ien (opvolgers) en hij was onrechtvaardig vermoord, en zelfs als er
gespeculeerd wordt dat hij rebelleerde dan is dit idjtihaad (inzet voor vergaring van
regelgeving) van hem, iets wat niet van hem geaccepteerd wordt.”
Vraag 7:
“Er zijn bepaalde satelliet televisie stations en bepaalde fora op het internet die
oproepen tot rebellie tegen de leiders van dit land (Saoedi) en het laten van de
eedzwering aan hen. De vraag: Wat is uw advies aan degenen die bedrogen zijn door
deze misleidingen of naar hen luisteren of aan hen deelnemen?”
Antwoord 7:
“Ja dit land is een land waarop de mensen hun intenties hebben en bezig zijn het aan
te vallen [denkbeeldig, door ongeloof, afgoderij, bid’ah, onzedelijkheid e.d. te
verspreiden] omdat dit het enige overgebleven land is die de manhadj van de
Selefoes-Saalih implementeert, en het is een land dat veilig is van beproevingen,
revolutie en opstand. Dus het is een land, en alle lof is aan Allaah, welke geniet van
vrede, veiligheid en welke de manhadj van de Selefoes-Saalih praktiseert. Dus zij
wensen de karakteristieken te verwijderen en het een land te maken van anarchie,
slachting en moord zoals plaatsvindt in andere landen. Dus het is aan ons om op te
passen voor deze individuen en tegen hen te waarschuwen, en deze satellietzenders
niet ons huis in te brengen of voor onze kinderen dat zij deze beproevingen en
kwaden zien en ermee opgroeien. Het is verplicht voor ons om onze huizen te
beschermen tegen deze satellietzenders en onze kinderen te verhinderen naar cafés te
gaan, die deze zenders hebben of het internet. Het is aan de vaders om hun kinderen
te verhinderen van het gaan naar deze cafés die deze kwaden hebben, omdat zij [de
vaders] verantwoordelijk zijn voor hun kinderen.”3
Vraag 8:
“Wordt degene [Thoel Choeweesirah at-Tamimie] die tegen de Boodschapper
(salallaahoe 'alayhie was sallem) zei: “Wees eerlijk!” beschouwd als een van de
Metgezellen? Of wordt hij beschouwd als een Chaaridjie? Daarbij melding makend
van het feit dat hij niet rebelleerde tegen de Profeet (salallaahoe 'alayhie was sallem)
en hij beging geen daad die hem uit de schoot van Islaam deed treden.”
Antwoord 8:
“Degene die zei tegen de Boodschapper “jij bent niet eerlijk”, dit was dan de
voorloper van de Chawaaridj. Hij rebelleerde tegen de Profeet (salallaahoe 'alayhie
was sallem) in de betekenis dat hij hem beschuldigde van oneerlijkheid. En het is niet
van de voorwaarden van het zijn van de Chawaaridj dat men wapens draagt, sterker
nog; wanneer een persoon gelooft in takfier van de moslims vanwege grote zonden
dan wordt hij een Chaaridjie en (is hij) op hun madhab. En als hij de mensen opruit
tegen de leider van de moslims door middel van zijn preken en schrijfwerken, zelfs
als hij zijn wapen niet heft, dan is dit de madhab van de Chawaaridj. En de
Chawaaridj zijn van vele soorten. Onder hen zijn degenen die wapens dragen,
degenen die soortgelijke dingen zeggen zoals wat deze man zei tegen de Profeet
(salallaahoe 'alayhie was sallem), en onder hen zijn degenen die schrijven, en
degenen die geloven met hun harten en niet spreken en niks doen, maar in `aqiedah
en in hun harten is de `aqiedah van de Chawaaridj. Echter sommigen van hen zijn
erger dan anderen.”
Vraag 9:
“Is het toegestaan om de moslimleider openlijk te bekritiseren tijdens een
bijeenkomst en bij de mensen?”
Antwoord 9:
“We hebben vele malen eerder gesproken over deze zaak! Het is niet toegestaan om
te spreken over de leiders omdat dit slechtheid en geschillen in de gemeenschap met
zich meebrengt, en het splitst de eenheid van de Moslims op en veroorzaakt haat van
de onderdanen tegen de leider en haat van de leider tegen de onderdanen. En deze
opsplitsing en slechtheid kan naar revolutie tegen de leider en het vergieten van
bloed leiden en zaken die afkeurenswaardige gevolgen hebben.
Dus als jij een opmerking over hen hebt, breng het in het geheim naar de leider door
hem mondeling in te lichten, indien mogelijk, of door naar hem te schrijven of door
iemand te informeren die het kan overbrengen naar de leider als een oprecht advies
aan hem, en het behoort in het geheim gedaan te worden, niet openlijk en dit staat
vermeld in de hadieth: “Wie de leider wenst te adviseren, laat hem dat dan niet in het
openbaar vermelden, maar laat hem de leider bij zijn hand nemen. Dus als hij luistert dan is
het zo, en zo niet, dan heeft hij datgene wat op hem was vervult.”4 En deze betekenis is
overgeleverd van de Boodschapper van Allaah (salallaahoe 'alayhie was sallem).”5
Vraag 10:
“Edele Shaych, U en uw broeders van de geleerden in dit land zijn Selefiyoen, en alle
lof is aan Allaah, en uw manier in het adviseren van de leiders is in conformiteit met
de Sharie`ah zoals de Boodschapper (salallaahoe 'alayhie was sallem) heeft
verduidelijkt, en we prijzen niemand boven Allaah. En er zijn sommige mensen die u
bekritiseren voor het niet openlijk verwerpen van de fouten, die voorkomen (van de
leiders). En anderen excuseren u en zeggen dat u onder druk staat van de regering.
Dus heeft u iets te zeggen door middel van leiding en verduidelijking voor deze
mensen?”
Antwoord 10:
“Er is geen twijfel dat de leiders, zoals anderen dan hen van de mensheid, niet
onfeilbaar zijn voor fouten, dus hen adviseren is verplicht. Echter het spreken over
hen in bijeenkomsten en op de preekstoelen wordt beschouwd als ongeoorloofde
roddel en het is een groter kwaad dan het kwaad wat afkomstig is van de leiders
omdat het roddelen is, en vanwege het feit dat het fitnah en het opsplitsen van het
woord (van eenheid) implanteert en het beïnvloedt het verspreiden van de da`wah.
Dus het is verplicht om het advies aan hen over te brengen via betrouwbare
middelen, niet door expositie en verspreiding.
Wat betreft het aanvallen van de geleerden van dit land, door te zeggen dat zij niet
adviseren of dat zij onderdrukt worden, dan is dit een valse beschuldiging waarvan
het doel de scheiding tussen de geleerden en de jeugd en de gemeenschap is zodat
het gemakkelijk is voor degene die corruptie wil om zijn kwaad te implanteren. Dit is
omdat wanneer slechte gedachten over de geleerden worden verspreid, dan is het
vertrouwen in de geleerden kwijt en rijst er een mogelijkheid op voor degenen die
begeerten en intenties hebben om hun gif te verspreiden. En ik geloof dat deze
ideologie een complot is van buiten dit land en zijn daders zijn van buitenlandse
afkomst. Dus het is noodzakelijk voor de moslims om hiervan gewaar te zijn.”
Vraag 11:
“Sommige mensen zeggen dat de Islaamitische wereld, in zijn lengte en breedte, de
vlaggen en vaandels draagt van secularisme. Wat is de regelgeving omtrent zulke
uitspraak?”
Antwoord 11:
“Deze uitspraak is vals. Dit is omdat het generaliseren van een regelgeving over de
mensen dat zij allen ongelovigen en secularisten zijn, gegeneraliseerde takfier is, en
toevlucht wordt gezocht bij Allaah.
Dit is niet toegestaan omdat onder de mensen degenen die gelovigen zijn en degenen
die ongelovigen zijn en degenen die hypocrieten zijn, dus we kunnen de regelgeving
omtrent hen niet generaliseren. Het is absoluut niet toegestaan om een regelgeving
over de mensen te generaliseren en te zeggen dat de mensen allen moslims zijn, dit is
niet correct, of (te zeggen dat) de mensen allemaal ongelovigen zijn, dit is ook niet
correct, of te zeggen dat de mensen allemaal hypocrieten zijn.
Dit is een kwade uitspraak; liever zeggen we dat onder de mensen gelovigen,
hypocrieten en ongelovigen zijn.”
Vraag 13:
“Hoe moet men de leiders adviseren, in overeenstemming met de Sharie`ah?”
Antwoord 13:
“Het adviseren van de leiders komt met het volgende tot stand: Smeken (Doe’a) voor
hun rechtschapenheid en vroomheid, omdat het van de Soennah is om te smeken
voor de Moslim leiders, in het bijzonder in tijden waarin de smeekbede wordt
beantwoord en de plaatsen waarin er gehoopt wordt dat de smeekbede wordt
beantwoord.
Al-Foedayl ibn `Iyaad zei, "Als ik een smeekbede had waarvan ik zeker wist dat die
beantwoord zou worden dan zou ik smeken voor de leider." 6 Dit is omdat in de
rectificatie van de leider rectificatie voor de maatschappij ligt, en in corruptie van de
leider ligt corruptie van de maatschappij.
En van het adviseren van de leiders is het vestigen van de verplichtingen die zij
aanstellen voor de werknemers. En van het adviseren van hen is om hen te
informeren over de fouten en slechtheden die plaatsvinden in de maatschappij,
terwijl zij zich er niet bewust van zijn. Echter, dit behoort privé gedaan te worden
tussen degene die adviseert en hen. Niet het advies dat zich in het bijzijn van de
mensen manifesteert of op de preekstoelen, omdat dit vijandigheid tussen de leiders
en degenen waarover geregeerd wordt met zich meebrengt.
Het is geen advies dat een persoon spreekt over fouten van de leiders op de
preekstoel of in een zetel in het bijzijn van de mensen, dit dient geen profijt, maar het
vermeerdert de corruptie zelfs. Voorwaar het adviseren is dat je persoonlijk contact
opneemt met de leider, of door schrijven of door middel van degenen die contact met
hen op kan nemen, en jouw advies privé tussen jou en hen overbrengt. En ook is het
niet van het adviseren dat we kritiek op hen schrijven en het verspreiden onder de
mensen en daarna zeggen dat dit van oprecht advies is.7
Nee! Dit is van expositie (van hun fouten), en van die zaken die corruptie
veroorzaken, en de vijanden behaagt, en het zijn de mensen van lusten en begeerten
die in deze zaken en manieren binnentreden.”
Vraag 17:
“Is het van de Hikmah (wijsheid) om (te klagen over) onrechtvaardigheden en
klachten tegen de gewone mensen? En wat is de juiste manier betreffende deze zaak?
Antwoord 17:
Klagen over onrechtvaardigheden of klachten die moeten gedaan worden bij de
regering of een van haar afgezanten. Het klagen over dit soort zaken bij anderen dan
hen gaat de Islaamitisch methodiek betreffende wet en politiek tegen. En dit
resulteert in het in geding brengen van de rechten van de leider. Het is dus voor
niemand toegestaan om zichzelf als belangenbehartiger voor de mensen uit te
geven, zonder toestemming van de regeringsleider! Want, dit is een van de
voorlopers op het ontstaan van rebellie tegen de regeringsleiders: (Allaah Ta’ala
zegt: “En wie de Boodschapper tegenwerkt nadat de Leiding hem duidelijk is
geworden en een andere weg volgt dan die van de gelovigen, Wij laten hem (gaan
naar) waarheen hij zich afgekeerd had en Wij zullen hem de Hel binnenleiden en
dat is de slechtste bestemming.” 8 De Islaam is dus niet gebaseerd op chaos (en
ongeregeldheid), de wetgeving van de ongelovigen en de huichelaars die is
gebaseerd op chaos. De regelgeving van de Islaam is, walhamdoellillaah, geordend!
Vraag 18:
“Wat is uw advies aan degenen die zeggen dat deze dawlah (staat, Saoedi) oorlog
voert tegen de religie en de doe`aat (uitnodigers) onderdrukt?”
Antwoord 18:
“De Saoedische Staat heeft vanaf het begin dat het bestond altijd de religie en zijn
aanhangers geholpen. En het is niet opgezet, behalve op deze basis. En nu steunt het
de Moslims in elke plaats met financiële hulp, en bouwen Islaamitische centra en
moskeeën, sturen doe`aat (naar andere landen), drukken boeken – waarvan de meest
voorname onder hen de Edele Qor'aan is-, openen centra van studie en faculteiten
van Sharie’ah, en het oordeelt met de Islaamitische Sharie`ah, en hebben in elke
stadje een onafhankelijke groep voor het gebieden van het goede en het verbieden
van het slechte. En dat alles is een bewijs dat deze staat de Islaam en zijn mensen
ondersteunt. En dit is een doorn in de kelen van de hypocrieten en de mensen van
kwaad en tweedracht. En Allaah zal Zijn religie ondersteunen, zelfs al haten de
moeshrikien en degenen met kwade intenties het.
En we zeggen niet dat deze staat in elk aspect perfect is en dat het geen fouten heeft.
Fouten komen bij iedereen voor, maar wij vragen Allaah ons te ondersteunen in het
rectificeren van de fouten. Maar als degene die dit heeft gezegd, naar zichzelf zou
kijken, dan zou hij fouten bij zichzelf vinden welke zijn tong zouden weerhouden
van het spreken over anderen en hij zou zich schamen om naar de mensen te
kijken.”9
Vraag 19:
“Is het adviseren van de leider met dat wat beter is, door middel van een telegram,
van oprechtheid jegens hem, of is het de voorloper van rebellie?”
Antwoord 19:
“Dit is iets goeds - om oprecht advies naar de leider te sturen door middel van een
telegram, of om iemand te toe te vertrouwen die dat aan hem kan overbrengen, dit is
goed!
Echter, dat wat verboden is het spreken over de leiders in bijeenkomsten, op de
preekstoelen en op cassettebandjes. Dit is wat verboden is en het is de manhadj van
de Chawaaridj. Wat betreft het schrijven van een telegram aan hem, en het aan hem
voorleggen in zijn hand of door het aan een betrouwbaar iemand te geven die het
aan hem in zijn hand kan geven, dan is dit goed!”
Vraag 20:
“Is deze uitspraak correct: “De leider is iemand waar alle moslims in het oosten en
westen over in overeenstemming zijn””?
Antwoord 20:
“Dit zijn de uitspraken van de Chawaaridj, de leider is degene waarbij de Ahloel-Hal
wal-‘Aqd (de grote geleerden, politici, legerfunctionarissen etc.) van de moslims
trouw aan zweren. De rest (van de gewone mensen) die moeten hem vervolgens
verplicht gehoorzamen. En het is geen verplichting dat iedereen van oost en west,
mannen en vrouwen hem de eed komt afzweren. Dit is niet de Islaamitische
methodiek betreffende het aanvangen van het leiderschap.”
Vraag 21:
“Ontstaat rebellie tegen de leiders alleen via het opheffen van het zwaard, of valt het
bekritiseren van hen, en het opruien van de mensen tegen hen om hen af te zetten, en
tegen hen in opstand te komen hier ook onder?”
Antwoord 21:
“Ik heb dit vermeld. Ik heb gezegd, dat rebellie tegen de leiders met het zwaard
gebeurt, en dit is de ernstigste vorm van rebellie! Maar het gebeurt ook met woorden,
door hen uit- en voor rot te schelden, en over hen te spreken in bijeenkomsten en op
preekstoelen 10. Deze (persoon) die kleineert het gezag van het bewind bij de mensen
en hij ruit hen op en motiveert hen om te gaan rebelleren tegen de regeringsleiders.
Rebellie gebeurt dus ook met woorden!”
_____________________________
Voetnoten:
1 Voetnoot Mohammed ibn Fahd: Shaychoel-Islaam ibn Taymiyyah (rahiemehoellaah) heeft gezegd
over de eigenschappen van deze Chawaaridj: “Voorwaar, er was niemand ooit kwaadaardiger
tegenover de moslims dan zij. Niet de joden, en niet de christenen! Want, voorwaar zij zette zich in
voor het vermoorden van elke moslim die het niet met hen eens was. Zij zien het vergieten van
moslimbloed, hun bezit en hun kinderen als toegestaan en zijn beweren dat zij ongelovig zijn
(Takfier). Dit is hoe zij hun geloof belijden, door hun geweldige onwetendheid en dwalende
innovatie!” Zie Minhaadj as-Soennah 5/248. En [Iemaam] al-Aadjoerie (rahiemehoellaah) heeft
gezegd: “De geleerden van vroeger en nu niet in geschil geraakt over het feit dat de Chawaaridj een
kwaadaardig volk zijn! Zondaren tegenover Allaah en de Boodschapper van Allaah (salallaahoe
‘alayhie was sallem), zelfs als zij vasten, bidden en zichzelf inzetten voor verrichting van aanbidding.
Dit allemaal zal hen niet van nut zijn! Zelfs als zij het goede gebieden en het slechte verbieden
klaarblijkelijk maken. Dit is nutteloos voor hen, want zij zijn een volk dat de Qor`aan volgens hun
begeerten interpreteren en zij bezorgen de moslims leed. En Allaah heeft ons tegen hen
gewaarschuwd en ook de Boodschapper van Allaah heeft ons tegen hen gewaarschuwd en ook de
rechtgeleidde Chaliefen na Hem hebben ons tegen hen gewaarschuwd en ook de metgezellen (moge
Allaahs Barmhartigheid met hen zijn) en degene die hen in alle oprechtheid opvolgden hebben ons
tegen hen gewaarschuwd...” Zie ash-Sharie’ah van al-Aadjoerie 1/320 Dar al-Watan druk.
2 Voetnoot Mohammed ibn Fahd: En degene die de Chawaaridj als ongelovigen verklaren (van de
geleerden), zoals al-Haafidh ibn Hadjr (rahiemehoellaah) dat verduidelijkt, zijn: al-Boechaarie,
al-Qaadie Aboe Bakr, as-Soebkie, al-Qortoebie, en hij vermeld dit over de schrijver van ash-Shiefaa`
al-Qaadie ‘Iyaad, en ook over de schrijver van ar-Rauwdah an-Nawawie in het boek van apostasie!
Zie Fathoel-Baarie 12/300.
3 Iemaam al-Aadjoerie (rahiemehoellaah) heeft gezegd: “Wie er dan ook de macht over jullie krijgt,
een Arabier of een ander, zwart of wit, of niet-Arabisch, gehoorzaam hem in hetgeen geen
ongehoorzaamheid betuigt (tegenover Allaah). Zelfs als hij je een aantal rechten ontzegt, of je slaat en
onrechtvaardig tegenover je is, of je eer betast, of je bezit ontneemt. Laat dit allemaal geen reden voor
je zijn om je zwaard te pakken en tegen hem te gaan rebeleren en vervolgens te bestrijden. En trek er
ook niet op uit met een Chaaridjie (rebel), en beweeg er ook geen ander toe om te rebeleren (tegen de
leider). Maar wees geduldig met hem...” Zie ash-Sharie’ah 1/381.
Ik (Mohammed ibn Fahd) zeg hier: “En de Chawaaridj zijn in deze tijd aanwezig in grote getallen
-moge Allaah hen niet meer maken- een aantal van hen heeft een sattelietzender voor zichzelf
gemaakt genaamd: ‘al-Islaah’ terwijl het een zender van kwaad en verderf is en een minbar
(preekstoel) van een van de Chawaaridj. Een ander heeft een zender genaamd ‘Mensenrechten’ wat
netzoals haar zuster is, met dezelfde ideologie en richting. Beide zijn ten dienste van de joden en de
christenen en om de madhhab en ‘aqiedah van de Chawaaridj te verspreiden.”
4 Overgeleverd door Ibn Abie ‘Aasim in as-Soennah nr 1130 op gezag van ‘Iyaad ibn Ghanam
(radiallaahoe ‘anhoe) en al-Albaanie verklaarde hem authentiek.
5 Voetnoot Mohammed ibn Fahd: Ibn Noehaas (rahiemehoellaah) heeft gezegd: “Het aanspreken van
de leider terwijl men met hem alleen is wordt verkozen boven het aanspreken van hem in bijzijn van een menigte. Beter gezegd, het is bevolen om hem apart (individueel) aan te spreken en hem in het
geheim zonder een de aanwezigheid van een derde persoon te adviseren.” Zie Tanbie al-Ghaafielien
blz 64. En op gezag van Oesamah ibn Zeed (radiallaahoe ‘anhoe), tegen wie gezegd werd: “Ben je niet
van plan om naar ‘Uthmaan (ibn ‘Affaan) te gaan en hem aan te spreken (adviseren)?” Hij
antwoordde: “Willen jullie dat ik hem niet aanspreek behalve als ik het jullie laat horen? Bij Allaah, ik
heb hem onder vier ogen gesproken zonder een zaak te openen waarvan ik niet van houd om de
eerste te zijn die het opent!”Overgeleverd door al-Boechaarie 3267 en Moslim 2989.
6 Verzameling van fatawa van Ibn Taymiyyah 28/391, Kashshaaf al-Qan’aa 2/38, en Iemaam al-
Berbehaarie heeft hem vermeld in Sharh as-Soennah 108.
7 Voetnoot SP: En vergelijk deze uitspraak van Shaych Saalih al-Fauwzaan (hafidhehoellaah) eens met
de handeling van Fawaaz Jneid en zijn Yaqeen-team in o.a. hun advies aan de fractie Voorzitter van
de VVD de heer van Aartsen en hoe zij hem in het openbaar wilden adviseren (door het op hun
website te zetten) en hem uiteindelijk zelfs belachelijk probeerde te maken door een of andere
spelfout! Moge Allaah ons beschermen tegen elke ontwetendheid, dwaling en misleiding! Amien!
Zie: De brief van Fawaaz ibn Jneid aan van Aartsen
8 Soerah An-Nisaa’ Vers:115
9 Voetnoot Mohammed ibn Fahd: Ik zeg: “Het valt onder de rechten van de regeringsleiders om een
ieder die uitnodigt naar valsheid, verdeling, rebbelie tegen het bewind: soms onder het mom van
‘adviseren en rectificeren’ en anders onder het mom van ‘vrijheid van meningsuiting’ te verbieden.
Want, dit heeft betrekking op geweldige profijten die de mensen met hersenen niet zullen ontgaan!
Daarom zegt Zijne Eminentie Shaych ‘Abdoel-‘Aziez ibn Baaz (rahiemehoellaah): “Het is niet
toegestaan voor de regeringsleiders om te proberen tussen de mensen en (gebruikmaking) van deze
preekstoelen te gaan staan. Behalve, bij degene waarvan bekend is dat hij uitnodigt naar valsheid, of
dat hij niet bekwaam is voor da’wah, want dan wordt hij hiervan verboden wie hij dan ook mag zijn!”
(Zijn verzameling van Fatawa 5/81)
En al-‘Allaamah Mohammed ibn ‘Uthaymien (rahiemehoellaah) heeft gezegd: “Als degene die
knoflook en uien gegeten heeft verboden wordt om de moskee binnen te treden, hoe zit het dan met
degene die (binnen komt) om de mensen hun geloof te verderfen? Is het niet rechtvaardiger dat hij
verboden wordt? Zeker weten, Wallaahie alleen veel van de mensen zijn onoplettend!” (Zie Sharh
Arba’ien an-Nawawie blz. 38.)...
10 Voetnoot SP: Of in praatprogramma’s!(?)
[Download Artikel: De Chawaaridj van Toen en Nu]
Bladwijzers