Geloof in de boodschappers

Geloof in de boodschappers 

Uitleg van de Pilaren van Imaan door Shaikh Muhammed ibn Salih Al-‘Uthaimien

De boodschappers (vrede zij met hen allen) zijn gezonden om een Boodschap over te dragen. Zij zijn degenen aan wie Allah (Glorieus en Verheven is Hij) de openbaring heeft gezonden en die Zijn Wet mededelen. Allah heeft hun bevolen deze Boodschappen over te dragen. De eerste boodschapper die gezonden was is Noah en de laatste is Mohammed, vrede zij met hen allen. Allah (Glorieus en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent: “Voorwaar, Wij hebben aan jou geopenbaard zoals Wij aan Noah en de Profeten na hem openbaarden…” [1]

Anas ibn Malik (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft overgeleverd dat de profeet heeft gezegd, tijdens zijn H’adieth over Shafa’ah [2] : “Mensen zullen bij Adam komen om namens hen voorspraak te doen, maar hij wijst deze af door te zeggen: “Ga naar Noach, de eerste boodschapper die Allah (Glorieus en Verheven is Hij) heeft gezonden…” [3]

Ook heeft Allah (Glorieus en Verheven is Hij) gezegd, wat vertaald het volgende betekent: “Mohammed is niet de vader van één van jullie mannen, maar hij is de boodschapper van Allah en de laatste van de profeten.” [4]

Allah (Glorieus en Verheven is Hij) heeft boodschappers naar elk volk gestuurd, en heeft hen voorzien van Wetten die hun volkeren dienden te volgen. Sommige boodschappers werden gezonden om een Boodschap van een voorgaande boodschapper te doen herleven. Allah (Glorieus en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent: “En voorzeker, Wij hebben aan iedere gemeenschap een boodschapper gezonden (die zei): “Aanbidt Allah en houdt afstand van de Thaghoet.” [5]

“”En er was geen volk, of er verkeerde onder hen een waarschuwer.” [6]

“Voorwaar, Wij hebben de Taurat neer gezonden met daarin Leiding en Licht. De Profeten, die zich (aan Allah) overgegeven hadden, oordeelde ermee over de joden…” [7]

De boodschappers zijn slechts mensen en zij bezitten geen eigenschappen die hen tot god maken. Allah (Glorieus en Verheven is Hij) beschreef zijn boodschapper Mohammed, de meester van alle boodschappers en de beste van alle mensen, door het volgende te zeggen: “Zeg: “Ik heb geen macht om voor mijzelf iets van nut te verwerven of schade af te wenden, behalve wat Allah wil. En als ik het onwaarneembare kende, dan zou ik het goede vermeerderd hebben en zou het kwade mij niet hebben getroffen. Ik ben niets dan een waarschuwer en een verkondiger van verheugende tijdingen voor een gelovig volk.” [8]

“Zeg: “Ik heb geen macht om voor jullie schade te voorkomen en niet om Leiding te geven.” Zeg: “Niemand zal mij ooit tegen Allah kunnen redden en ik zal nooit naast Hem een toevluchtsoord vinden.” [9]

De boodschappers zijn slechts mensen. Zij worden ziek en sterven, zij hebben eten en drinken nodig en zij hebben andere menselijke behoeften. Abraham (vrede zij met hem) beschreef zijn Heer door te zeggen, zoals in de Qor-aan wordt genoemd: “En Hij is Degene Die mij voedt en Die mij te drinken geeft. En wanneer ik ziek ben, is Hij het Die mij geneest. Diegene Die mij doet sterven en mij vervolgens doet leven.” [10]

Geloof in de boodschappers bestaat uit vier onderdelen:

1. Geloven dat hun Boodschap waarlijk van Allah komt. Een ieder die niet gelooft in een boodschapper, heeft ongeloof in alle boodschappers verklaard. Allah (Glorieus en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent: “Het volk van Noah verloochende de boodschappers.” [16]

Allah (Glorieus en Verheven is Hij) beschouwde het volk van Noah als ongelovigen in alle boodschappers, ook al geloofden zij alleen niet in één boodschapper; Noah (vrede zij met hem). Daarom zijn de christenen die niet in Mohammed geloven en hem ook niet volgen, ongelovigen in Jezus (vrede zij met hem), de zoon van Maria. Jezus gaf de blijde tijding van de komst van Mohammed naar de christenen. Deze blijde tijdingen zullen de christenen niet baten als zij Mohammed niet volgen naar de Leiding en de Rechte Weg.

2. Geloven in de boodschappers over wie wij zijn ingelicht, zoals Mohammed, Abraham, Mozes, Jezus en Noah (vrede zij met hen). Dit zijn de vijf sterkste boodschappers. Allah heeft hen in twee verzen van de Qor-aan genoemd: “En (gedenk) toen Wij met de Profeten hun verbond aangingen en met jou (O Mohammed), en met Noah en Ibrahim en Moesa en Isa, de zoon van Maryam. En Wij gingen met hen een plechtig verbond aan.” [17]

“Hij heeft jullie de godsdienst uitgelegd: wat Hij ervan heeft opgedragen aan Noah, en hetgeen Wij aan jou geopenbaard hebben en wat Wij ervan aan Ibrahiem en Moesa en Isa hebben opgedragen: dat jullie de godsdienst onderhouden en dat jullie daarover niet verdeeld raken…” [18]

We dienen ook in alle andere boodschappers en profeten te geloven, wiens namen ons niet genoemd zijn: “Wij hebben voor jou Boodschappers gezonden. Over sommigen van hen hebben Wij jou verteld en over sommigen hebben Wij jou niet verteld.” [19]

3. Geloven in al hetgeen de boodschappers ons hebben gebracht.
4. De Wetten naleven van de boodschapper die naar ons was gezonden; Mohammed, de laatste boodschapper. Allah (Glorieus en Verheven is Hij) heeft Mohammed naar de gehele mensheid gezonden: “Bij jouw Heer, zij geloven niet totdat zij jou laten oordelen over waar zij over van mening verschillen en dan in zichzelf geen weerstand vinden tegen wat jij oordeelde, en zij aanvaarden (het dan) volledig.” [20]
Ook heeft de profeet gezegd, wat vertaald betekent: “Ik ben slechts een mens, net zoals jullie, ik vergeet net zoals jullie vergeten, wanneer ik vergeet, herinner mij dan.” [11]

Allah (Glorieus en Verheven is Hij) beschreef de boodschappers, terwijl Hij ze prees, dat zij de hoogst mogelijke rang hebben bereikt in Zijn aanbidding. Hij heeft over Noah gezegd:“Hij (Noah) was een dankbare dienaar.” [12]
En over Mohammed: “Gezegend is Degene Die de Forqaan (de Qor-aan) heeft neer gezonden naar Zijn dienaar, opdat hij een waarschuwer voor de werelden zal zijn.” [13]

En over Abraham, Ish’aak en Ja’cob: “En gedenk Onze dienaren Ibrahim, Ishaak en Ya`qoeb, allen waren bezitters van grote kracht en inzicht. Wij zuiverden hen volledig ten behoeve van (hun) gedachtenis van het Hiernamaals. En voorwaar, zij behoorden bij Ons zeker tot de beste uitgekozenen.” [14]

En over Jezus: “Hij is slechts een dienaar aan wie Wij genietingen hebben geschonken. En Wij maakten hem tot een voorbeeld voor de Kinderen van Israël.” [15]

Belang van het geloof in de boodschappers:

1. Weten hoe Allah (Glorieus en Verheven is Hij) voor Zijn dienaren zorgt door boodschappers naar ze te sturen die hen leiden naar Zijn Weg. De boodschappers (vrede zij met hen) onderwezen hun volkeren hoe ze Allah moeten aanbidden, omdat het menselijke verstand niet kan weten hoe Allah (Glorieus en Verheven is Hij) aanbeden dient te worden zonder Leiding van Hem.

2. Allah, de Almachtige, dank betuigen voor dit prachtig geschenk.

3.Plichtsgetrouw houden, respecteren en prijzen van de boodschappers van Allah (Glorieus en Verheven is Hij). Zij zijn Allah’s boodschappers, zij hebben Hem aanbeden, Zijn Boodschap medegedeeld en gaven de beste adviezen aan Zijn dienaren. Veel opstandige mensen verwierpen hun boodschappers en beweerden dat Allah’s boodschappers geen mens konden zijn. Allemaal noemden zij deze bewering en weerlegden het: “En er was niets dat de mensen verhinderde te geloven toen de Leiding tot hen kwam, behalve dat zij zeiden: “Heeft Allah een menselijke Boodschapper neer gezonden?” Zeg: “Wanneer er op de aarde engelen waren die rustig rondliepen, dan zouden Wij een Engel tot hen als Boodschapper neer gezonden hebben.” [21]

Allah heeft deze bewering weerlegd, zeggende dat de boodschappers wel vanuit de mensen gezonden moesten worden, omdat zij naar de mensen van de aarde zijn gezonden, die ook mensen zijn. Indien de bewoners van de aarde engelen waren, dan zou Allah (Glorieus en Verheven is Hij) boodschappers onder de engelen gezonden hebben. Allah, de Erbarmer, de Meest Barmhartige, noemt wat de ongelovigen in de boodschappers zeiden:

“…Jullie zijn slechts mensen als wij. Jullie willen ons afhouden van wat onze voorouders aanbaden. Geeft ons daarom een duidelijk bewijs. Hun boodschappers zeiden tot hen: “Wij zijn slechts mensen als jullie, maar Allah geeft Zijn gunsten aan wie Hij wil van Zijn dienaren. En het is niet aan ons om jullie een bewijs te brengen, tenzij met verlof van Allah.” [22]

___________________________________________

[1] Soerat An-Nisaa-e (4) , aayah 163.
[2] Het recht van voorspraak ten behoeve van de mensheid, die Allah aan Zijn boodschappers heeft geschonken op de Laatste Dag.
[3] Al-Boekharie.
[4] Soerat Al-Ah’zaab (33), aayah 40.
[5] Soerat An-Nah’l (16), aayah 36.
[6] Soerat Faathir (35), aayah 24.

[7] Soerat Al-Maa-iedah (5), aayah 44.
[8] Soerat Al-A’raaf (7), aayah 188.
[9] Soerat Al-Djinn (72), aayah 21-22.
[10] Soerat As-Shoe’araa-e (26), aayah 79-81.
[11] Al-Boekharie en Moesliem.
[12] Soerat Al-Israa-e (17), aayah 3.
[13] Soerat Al-Foerqaan (25), aayah 1.
[14] Soerat Saad (38.), aayah 45-47.
[15] Soerat Az-Zoekhroef (43), aayah 59.
[16] Soerat As-Shoe’araa-e (26), aayah 105.
[17] Soerat Al-Ah’zaab (33), aayah 7.
[18] Soerat As-Shoera (42), aayah 13.
[19] Soerat Ghaafir (40), aayah 78.
[20] Soerat An-Nisaa-e (4), aayah 65.

[21] Soerat Al-Israa-e (17), aayah 94-95.
[22] Soerat Ibraahiem (14), aayah 10-11.