Geloof in de laatste dag

Geloof in de Laatste Dag

Uitleg van de Pilaren van Imaan door Shaikh Muhammed ibn Salih Al-‘Uthaimien

De Laatste Dag is de Dag dat de mensen afgerekend zullen worden en gevraagd zullen worden over hun daden en hiervoor beloning of straf zullen ontvangen. Het wordt ‘de Laatste Dag’ genoemd, omdat het de laatste dag zal zijn, er zal geen dag hierna volgen. Daarna zullen de mensen van het Paradijs er voorgoed verblijven en er hun plaats in nemen. En de mensen van de Hel zullen hier voorgoed verblijven en er hun plaats in nemen.

Geloven in de Laatste Dag bestaat uit drie categorieën:

1. Geloven in de Verrijzenis. De Verrijzenis zal plaatsvinden wanneer er voor de tweede keer op de Hoorn geblazen wordt. Daarna zullen de mensen herleven en de ondervraging door de Heer der Werelden onder ogen zien. Zij zullen noch schoenen dragen, noch zullen zij besneden zijn en zij zullen naakt zijn en zichtbaar zijn voor anderen in deze toestand (iedereen zal echter bezig gehouden worden door datgene waar zij tegenover zullen verschijnen en de ontbering van de Dag des Oordeels en zij zullen door de ontsteltenis van deze gebeurtenis elkaars naaktheid niet zien). Allah, onze Schepper, heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent: “De Dag, waarop Wij de hemelen oprollen, zoals het oprollen van het perkament om op te schrijven: net zoals Wij de eerste schepping begonnen zullen wij haar herhalen, als een belofte die Wij op Ons namen. Voorwaar, Wij zullen het doen.” [1]

De Verrijzenis is een ware gebeurtenis die de Qor-aan, de Soennah en de consensus (eenheid van gevoelens) van moslims bevestigd hebben. Allah (Glorieus en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent: “Vervolgens zullen jullie zeker daarna sterven. Daarna zullen jullie op de Dag der Opstanding worden opgewekt.” [2]

De profeet heeft gezegd, wat vertaald betekent: “Op de Dag des Oordeels zullen de mensen afgerekend worden terwijl zij op blote voeten en in naaktheid verkeren.” [3]

De moslims zijn eenstemmig in het bevestigen van de Dag des Oordeels. Dit is de Wijsheid van Allah, want Hij heeft bepaald dat de schepping een dag van vergelding voor hun daden zullen hebben, nadat Hij ze boodschappers gezonden heeft om ze in te lichten over Zijn Geboden. Hij heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent: “Dachten jullie dat Wij jullie zo maar geschapen hebben? En dat jullie niet tot Ons terugkeren?” [4]

“Voorwaar, Degene Die de Qor-aan voor jou tot een verplichting heeft gemaakt, zal jou zeker terugbrengen naar de plaats van de terugkeer.” [5]

2. Geloven in de Vergelding. Op de Laatste Dag zal de dienaar beloond of gestraft worden voor zijn daden. Dit feit werd ook door de Qor-aan, Soennah en de consensus van de moslims bevestigd. Allah (Glorieus en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent: “Voorwaar, tot Ons is hun terugkeer. En voorwaar: aan Ons is hun afrekening.” [6]

“Wie met een goede (daad) komt; voor hem is er (een beloning) als van tien daarvan; en wie met een slechte (daad) komt, die wordt dan slechts vergolden met het gelijke, en hen zal geen onrecht worden aangedaan.” [7]

“En Wij zullen betrouwbare weegschalen opstellen op de Dag der Opstanding, zodat geen ziel iets van onrecht aangedaan wordt. En al gaat het om het gewicht van een mosterdzaadje: Wij zullen het naar voren brengen. En Wij zijn voldoende als Berekenaars.” [8]
In een overlevering die door Ibn ‘Omar (moge Allah tevreden met hem zijn) overgevelerd is, heeft de profeet gezegd: “Allah zal de gelovige dichter bij Hem brengen en zal hem beschermen tegen blootstelling (van zijn slechte daden in het zicht van iedereen). Hij zal zeggen: “Herinner jij je die en die (slechte) daad? Herinner jij je die en die (slechte) daad?” Hij zal zeggen: “Ja, o mijn Heer!” Wanneer Hij (Allah) zijn zondes bekend maakt en hij (de dienaar) beseft dat hij de ondergang is genaderd, zal Hij zeggen: “Ik heb je beschermd (tegen blootstelling van deze slechte daden tegenover anderen) gedurende jouw leven. Vandaag zal ik ze voor je vergeven.” Dan zal hem zijn opgetekende daden gegeven worden. Wat de ongelovigen en de hypocrieten betreft, zij zullen in het openbaar geroepen worden: “Dit zijn degenen die over hun Heer hebben gelogen (die Zijn Leiding niet volgden die Hij met Zijn profeten had gezonden). Daarom zal Allah’s vloek over de onrechtvaardigen heersen.” [9]
In een authentieke overlevering van de profeet zegt hij: “Eenieder die zich voorneemt een goede daad te verrichten en deze ook verricht, Allah zal het voor hem als tien tot zevenhonderd of meer goede daden noteren. Eenieder die zich voorneemt een slechte daad te verrichten en deze ook verricht, Allah zal deze als een slechte daad noteren.” [10]

Moslims zijn het er met elkaar over eens dat de Dag des Oordeels zal plaatsvinden. Dit is de Wijsheid van Allah, de Alwijze. Hij heeft de Boeken geopenbaard, de boodschappers gezonden en gebood dat zij geaccepteerd, gevolgd en gehoorzaamd dienen te worden. Hij heeft bevolen dat eenieder die zich tegen hen verzet en bevecht (tegen de Boeken en de boodschappers), bevochten dienen te worden. Hij heeft het toegestaan om hun bloed te vergieten, hun kinderen, vrouwen en bezittingen in beslag te nemen. Indien er geen Dag van Vergelding zou zijn, dan zou dit Gebod tijdverspilling zijn. Allah is immuun voor zulk spelvermaak: “Wij zullen zeker degenen, aan wie (Profeten) gezonden waren ondervragen, en Wij zullen zeker de gezondenen vragen; Wij zullen hen dan vertellen (wat zij hebben verricht) met kennis, en Wij waren niet afwezig.” [11]

3. Geloven in het Paradijs en de Hel. Zij vormen de uiteindelijke bestemming voor eenieder die een van deze verdient, en voor eeuwig. Het Paradijs is de bestemming van de uiterste vreugde en geluk die Allah, de Barmhartige, de Genadevolle, heeft bereid voor de gelovigen die Hem vreesden en geloofden in wat Hij van ze eiste; om in Hem en Zijn boodschapper te geloven en te gehoorzamen. Zij zijn degenen die oprecht waren naar Allah en zij waren de volgelingen van Zijn boodschappers. Het Paradijs bevat gunsten van Allah “die geen oog ooit heeft gezien, wat geen oor ooit heeft gehoord en wat geen verstand ooit heeft kunnen inbeelden (van de vreugde die Allah voor de gelovigen verborgen heeft gehouden).” [12]

Allah (Glorieus en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent: “Voorwaar, degenen die geloven en goede werken verrichten, zij zijn degenen die de beste schepselen zijn. Hun beloningen bij hun Heer zijn de Tuinen van `Adn (het Paradijs), waar de rivieren onder door stromen, zij zijn eeuwig levenden daarin, voor altijd. Allah is met hen behaagd en zij zijn met Hem behaagd. Dat is voor wie zijn Heer vreest.” [13]

“En geen ziel weet welke verkoeling van de ogen voor hen verborgen wordt gehouden, als beloning voor wat zij plachten te doen.” [14]

Wat de Hel betreft, dit vormt de bestemming met de Kwelling en Straf die Allah (Glorieus en Verheven is Hij) heeft bereid voor de onrechtvaardige ongelovigen. Zij zijn degenen die ongelovig waren in Hem en zij waren Zijn boodschappers ongehoorzaam. De Hel bevat soorten van straf en kwelling die niemand zich ooit heeft kunnen inbeelden. Allah (Glorieus en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent: “Vrees de Hel die voor de ongelovigen is gereedgemaakt.” [15]

“En zeg: “De Waarheid is van jullie Heer: dus wie wil, laat hem geloven; en wie wil, laat hem ongelovig zijn. “Voorwaar, Wij hebben voor de onrechtplegers het vuur voorbereid, waarvan de rook hen als een tent omhult. En als zij hulp (tegen dorst) vragen worden zij geholpen met water als gesmolten koper dat hun gezichten roostert. De slechtste drank en de slechtste verblijfplaats!” [16]

“Allah heeft de ongelovigen vervloekt en voor hen een laaiend vuur bereid. Eeuwig levenden zijn zij daarin, voor altijd. Zij zullen geen beschermers en geen helpers vinden. Op De Dag waarop hun gezichten zullen worden rondgedraaid in de Hel zeggen zij: “Hadden wij Allah maar gehoorzaamd en hadden wij de boodschapper maar gehoorzaamd!” [17]

Geloof in het leven na de dood

Geloven in de Laatste Dag vereist van de moslims om ook in het leven na de dood te geloven en in het volgende:

– De ondervraging in het graf. De doden zullen ondervraagd worden in hun graven, over de Heer, de religie en de profeet die zij tijdens hun leven hebben gevolgd. Allah (Glorieus en Verheven is Hij) zal de gelovige leiden om hetgeen te zeggen wat noodzakelijk is: “Allah is mijn Heer, mijn religie is de Islaam, en mijn profeet is Mohammed.” Wat de onrechtvaardige betreft, Allah zal hem leiden naar dwaling door te zeggen, als antwoord op bovenstaande vragen: “Wat! Wat! Ik weet het niet.” Ook de hypocrieten en degenen die altijd twijfels hadden over Allah, de religie en de profeet zullen zeggen: “Ik weet het niet.” Ik hoorde de mensen iets zeggen en ik volgde hen hierin.” [18]

– De kwelling of vreugde in het graf. De onrechtvaardigen, de ongelovigen en de hypocrieten zullen gekweld worden in hun graven. Allah (Glorieus en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent: “En als jij zou kunnen zien hoe (het gaat met) de onrechtvaardigen in doodsstrijd en hoe de engelen hun handen naar hen uitstrekken (terwijl zij zeggen): “Geeft jullie zielen op! Vandaag worden jullie beloond met de bestraffing van de schande vanwege wat jullie aan onwaarheid over Allah plachten te zeggen en vanwege wat jullie van Zijn verzen hoogmoedig plachtten te verwerpen.” [19]

En over het volk van Farao: “Zij zullen `s ochtends en `s avonds voor de Hel geplaatst worden. En de Dag waarop het Uur valt (zegt Allah tegen de engelen “Laat Fir`aun en zijn volgelingen de hardste bestraffing binnengaan!” [20]
Zaid ibn Thaabit (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft overgeleverd dat de profeet tegen zijn metgezellen heeft gezegd: “Ik zou Allah gevraagd kunnen hebben om jullie te laten horen wat ik hoor van de bestraffing in het graf, maar uit vrees dat jullie elkaar hierna nooit meer zullen begraven (heb ik dit niet gedaan).” Daarna keerde de profeet zich naar hen toe, en zei: “Zoek toevlucht bij Allah tegen de ellende van het Hellevuur.” Zij zeiden: “Wij zoeken onze toevlucht bij Allah tegen de ellende van het Hellevuur.” Hij zei: “Zoek toevlucht bij Allah tegen de kwelling van het graf.” Zij zeiden: “Wij zoeken onze toevlucht bij Allah tegen de kwelling van het graf.” Hij zei: “Zoek toevlucht bij Allah tegen alle kwellingen, zichtbaar of verborgen.” Zij zeiden: “Wij zoeken onze toevlucht bij Allah tegen alle kwellingen, zichtbaar of verborgen.” Hij zei: “Zoek toevlucht bij Allah tegen de kwelling van Al-A’war Ad-Dadjjaal (de valse Messias).”Zij zeiden: “Wij zoeken onze toevlucht wat betreft de vreugde van het graf, die de gelovigen is geschonken.” [21]

Allah (Glorieus en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent: “Voorwaar, degenen die zeggen: ”Onze Heer is Allah”, en die vervolgens standvastig zijn: over hen zullen de engelen neerdalen (en zeggen): “Weest niet bevreesd en niet treurig en weest verheugd met het Paradijs dat aan jullie is beloofd.” [22]

“Toen (de ziel) de keel bereikte. ” En jullie op dat moment toezagen. ” En Wij dichter bij hem waren dan jullie, maar jullie zagen het niet. ” Waren jullie toen maar niet verantwoordelijk geweest. ” Dan zouden jullie haar (de ziel) terugbrengen als jullie waarachtig geweest waren. ” Als hij (de ziel) tot de nabijgebrachten behoort. ” (Dan zijn er voor de ziel) rust en voorzieningen en de Tuinen van gelukzaligheid (het Paradijs).” [23]
Al-Baraa-e ibn ‘Aazib heeft overgeleverd dat de profeet over de gelovige heeft gezegd, die nadat hij ondervraagd is door de engelen in het graf (over de Heer, de religie en de boodschapper die hij volgde) en nadat hij geantwoord heeft (zeggende dat zijn Heer Allah is, zijn religie de Islaam en zijn boodschapper Mohammed): “Een roeper vanuit de hemel zal dan zeggen: “Mijn dienaar heeft de waarheid gesproken. Daarom voorzie hem (zijn graf) van het Paradijs, kleed hem van het Paradijs en open voor hem een deur naar het Paradijs.” Vervolgens zei hij : “Hij zal er rust en parfum van ontvangen. Zijn graf zal voor hem vergroot worden zover zijn blik reikt.” [24]

Belang van het geloof in de Laatste Dag:

Het verlangen om oprechte, goede daden te verrichten, om de goede resultaten van de Dag des Oordeels te verkrijgen.

De angst voor het begaan en het goedkeuren van slechte daden, de kwelling van de Dag des Oordeels vrezend.

De gelovige voelt dat zijn geloof ervoor zorgt dat hij de hardheid die hij in deze wereld moet ondergaan vergeet. Hij is geheel in beslag genomen door het werken in rechtschapenheid om zo de vreugde en goede beloningen van de Laatste Dag te verkrijgen. Sommige ongelovigen verwerpen het idee van leven na de dood, door te zeggen dat dit niet mogelijk is. Deze bewering is vals. Religie, de zintuigen en het verstand worden gebruikt om deze bewering te weerleggen. Wat de religie betreft, Allah (Glorieus en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent: “Degenen die ongelovig zijn veronderstellen dat zij niet opgewekt zullen worden. Zeg: “Welzeker, bij mijn Heer! Jullie zullen zeker opgewekt worden en vervolgens zullen jullie op de hoogte gebracht worden van wat jullie bedreven hebben. En dat is voor Allah gemakkelijk.” [25]

Alle Geschriften zijn het eens met deze zaak. Wat de zintuigen betreft, Allah (Glorieus en Verheven is Hij) heeft Zijn dienaren getoond hoe Hij de doden opwekt in dit leven. In Soerat Al-Baqarah (hoofdstuk twee van de Qor-aan) heeft Allah vijf voorbeelden genoemd:

1. Het volk van Mozes (vrede zij met hem) zei tegen hem: “Wij zullen niet in jou geloven totdat wij Allah (Glorieus en Verheven is Hij) zien zonder een barrière.” Zij werden door de dood gegrepen en toen heeft Allah ze weer tot leven gewekt. Om de kinderen van Israël te doen herinneren aan dit verhaal, zegt Allah (Glorieus en Verheven is Hij),wat vertaald het volgende betekent: “En (gedenkt) toen jullie zeiden: “O Moesa, wij zullen jou niet gelovigen totdat wij Allah duidelijk (in Zijn ware gestalte) zien,” waarop de bliksem jullie greep, terwijl jullie toekeken. ” Vervolgens wekken Wij jullie op na jullie dood hopelijk zullen jullie dankbaar zijn.” [26]

2. Het verhaal van de vermoorde man, over wie de Kinderen van Israël van mening verschilden betreffende de moordenaar. Allah gebood hen een koe te offeren en hem met een aantal delen (van de koe) te slaan, zodat hij hen kon vertellen wie hem had vermoord: “En (gedenkt) toen jullie een mens doodden en met elkaar daarover redetwistten (over wie de moordenaar was), en Allah is de Onthuller van wat jullie plachten te verbergen. ” Toen zeiden Wij: “Slaat hem (de dode) met een deel van haar (de koe)” [27]

3. Het verhaal van het volk dat hun land ontvluchtte uit angst om gedood te worden door hun vijanden, hoewel hun aantallen uit duizenden bestond. Allah (Glorieus en Verheven is Hij) deed de dood hen achterhalen en wekte ze daarna weer tot leven: “Heb jij degenen niet gezien die uit hun huizen vluchtten terwijl zij met duizenden waren, uit angst voor de dood? Allah zei toen tot hen: “Sterft!” Daarna bracht Hij hen weer tot leven. Voorwaar, Allah is de Bezitter van Gunsten voor de mensen, maar de meeste mensen zijn niet dankbaar.” [28]

4. Het verhaal van een man die voorbij een dorp liep waarin alle inwoners gestorven waren. Hij kon zich niet voorstellen dat Allah (Glorieus en Verheven is Hij) hen tot leven kon wekken. Allah deed hem sterven voor honderd jaar en wekte hem toen op uit de dood: “Of degene die, toen hij langs een dorp kwam dat verlaten was en in ruines lag, zei: “Hoe kan Allah het na haar dood weer doen herleven?” Toen deed Allah hem voor honderd jaar dood zijn, en wekte hem weer op. Hij zei: “Hoe lang verbleef jij hier?” Hij zei: “Ik verbleef hier een dag of een gedeelte van de dag.” Hij (Allah) zei: “Nee, jij verbleef hier honderd jaar; kijk naar je voedsel en je drank, zij zijn niet bedorven; en kijk naar je ezel, zodat Wij jou tot een Teken voor de mens maken. En kijk naar hoe Wij de beenderen in elkaar zetten en met vlees bedekken.” En toen hem dit duidelijk werd, zei hij: “Ik weet dat Allah Almachtig is over alle dingen.” [29]

5. Het verhaal van Ibrahiem (vrede zij met hem), die Allah vroeg hem te tonen hoe Hij de doden doet herleven. Allah (Glorieus en Verheven is Hij) gebood hem vier vogels te doden, ze in stukken te snijden en vervolgens te verdelen over de omgeven bergen. Hij zei hem dat hij de dode vogels bij zich moest roepen, en dat deed hij. Deze stukken werden verzameld (door Allah’s Macht) en de vogels kwamen weer levend bij Ibrahiem. Allah (Glorieus en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent: “En toen Ibrahiem zei: “Mijn Heer, toon mij hoe U de doden doet leven.” Hij (Allah) zei: “Geloof jij dan niet?” Hij zei: “Jawel, maar opdat mijn hart tot rust komt.” Hij (Allah) zei: “Neem dan vier vogels en snijd ze voor je in stukken, leg dan van hen op iedere berg stukken; roep hen dan; zij zullen dan haastig tot je komen. En weet, dat Allah Almachtig, Alwijs is.” [30]

Dit zijn vijf voorbeelden van gebeurtenissen die plaats hebben gevonden. Zij bewijzen dat het opwekken van de doden door Allah’s Wil kan geschieden. Wat het verstand betreft, er zijn twee manieren waarop deze op de juiste wijze gebruikt kunnen worden om zo de verrijzenis van de doden te bevestigen:

1. Allah is Degene Die de schepping van de hemelen en de aarde begonnen is. Degene Die in staat is om de schepping te starten is tevens in staat om het te herstarten. Allah (Glorieus en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent: “En Hij is Degene, Die de schepping schept en haar daarna herhaalt, en dat is voor Hem nog gemakkelijker.” [31]

“(Gedenkt) de Dag waarop Wij de hemelen oprollen, zoals het oprollen van het perkament om op te schrijven: net zoals Wij de eerste schepping begonnen zullen Wij haar herhalen, als een belofte die Wij op Ons namen. Voorwaar, Wij zullen het doen.” [32]

En de persoon die ontkende dat Allah leven zal geven aan de beenderen wanneer deze zijn weggerot: “Zeg: “Hij, Die ze de eerste keer heeft doen ontstaan, Die zal ze doen leven. En Hij is de Kenner van de gehele schepping.” [33]

2. Het is opgemerkt dat de bodem uit kan drogen en dat de bomen en planten sterven. Wanneer Allah de regen neer zendt, herleeft de aarde (bodem) weer en planten van alle soorten groeien en worden groen. Degene die de dode aarde doet herleven, is ook in staat om de doden te doen herleven. Allah heeft gezegd wat vertaald het volgende betekent: “En het behoort tot Zijn tekenen, dat jij de droge aarde ziet, en als Wij er dan water op doen neerdalen dan beweegt zij en zet zij zich uit. Voorwaar, Degene Die haar doet leven, doet zeker ook de doden leven. Voorwaar, Hij is de Almachtige over alle zaken.” [34]

“En Wij hebben uit de hemel gezegend water neer doen dalen, waarna Wij daarmee tuinen deden groeien en graan van oogstbare gewassen. En rijzige dadelpalmen met boven elkaar gevoegde kolven. Als een voorziening voor de dienaren. En Wij brengen het dode land met water tot leven. Zo zal ook de Opwekking zijn.” [35]

Sommige afgedwaalde mensen verwerpen straf of vreugde in het graf, en beweren dat dit niet kan gebeuren. Zij beweren dat als iemand de doden opgraaft, hij het graf in de toestand zal vinden zoals het achtergelaten was en dat deze niet in omvang verandert. Deze bevestiging wordt door de Shari’ah, de zintuigen en het verstand verworpen. Wat de Shari’ah betreft, wij hebben voorheen al een aantal teksten hiervan genoemd. Deze teksten bevestigen de bestraffing of vreugde in het graf. Ibn ‘Abbaas heeft gezegd: “De profeet  passeerde een aantal ommuringen in Medina. Hij hoorde geschreeuw van twee personen die in hun graf bestraft werden. De profeet noemde de redenen achter deze bestraffing: “Een van hen beschermde zichzelf (zijn kleren) niet tegen urine, de andere verspreidde tweedracht tussen mensen.” [36] Wat de zintuigen betreft weten wij, terwijl wij dromen, dat degene die slaapt ziet dat hij zich vermaakt in een reusachtige ruimte of dat hij pijn voelt, omdat hij in een kleine ruimte wordt samengeperst.

Soms wordt iemands slaap onderbroken vanwege zulke nachtmerries, hij bevindt zich echter nog steeds in zijn bed. Slapen is te vergelijken met sterven. Allah (Glorieus en Verheven is Hij) heeft gezegd, wat vertaald het volgende betekent: “Allah neemt de zielen weg bij hun sterven en bij diegenen die niet sterven in hun slaap. Dan houdt Hij de zielen waarvoor Hij de dood heeft beslist achter, en stuurt Hij de overigen (terug) tot een vastgestelde tijd. Voorwaar, daarin zijn zeker Tekenen voor een volk dat nadenkt.” [37]

Wat het verstand betreft, soms ziet iemand dromen die later misschien in het echte leven kunnen gebeuren. Sommige moslims kunnen de profeet in hun droom zien. Eenieder die de profeet ziet in de gedaante zoals hij in de boeken van ahadieth wordt beschreven, heeft de waarheid gesproken wat betreft het feit dat hij hem gezien heeft. Dit gebeurt terwijl men zich nog steeds in zijn bed bevindt. Als dit het geval is in dit materiele leven, hoe zit het dan met zaken van het andere leven? Wat betreft hun bewering dat wanneer iemand een dode op zou graven, hij geen sporen van een abnormale verandering, noch in het lichaam noch in het graf zelf waarneemt, zeggen wij hierover het volgende:

1. De Shari’ah kan niet worden verworpen door afhankelijk te zijn van deze twijfels. Deze twijfels kunnen gemakkelijk weerlegd worden, op voorwaarde dat men zijn verstand gebruikt. Er bestaat een bekend gezegde: “Er zijn velen die de waarheid verwerpen, terwijl het probleem bij hun beperkte begrip ligt.”

2. Het leven in het graf is een aspect van het onwaarneembare. De zintuigen kunnen het onwaarneembare niet onthullen. Indien aspecten van het onwaarneembare door de zintuigen onthuld zouden worden, dan zou het doel van geloof in het onwaarneembare niet bereikt worden. En dan zouden de gelovigen gelijk zijn aan de ongelovigen, omdat zijn dan het “onwaarneembare” geloven en waarnemen (voelen).

3. Slechts de doden voelen de bestraffing of vreugde in het graf, net zoals een persoon die droomt de enige is die de pijn van het samengeperst worden in een smalle ruimte of de vreugde van het zich bevinden in een open ruimte ervaart. Anderen voelen niet hetzelfde als degene die deze dromen ervaart terwijl hij zich nog steeds in zijn bed bevindt. De profeet was gewoon om openbaringen te ontvangen terwijl hij zich onder zijn metgezellen bevond, terwijl zij de openbaring niet konden horen. Soms kwam de engel (vrede zij met hem) in de gedaante van een onzichtbare man. De metgezellen (moge Allah tevreden zijn met hen) zagen de engel niet, terwijl deze de openbaring aan de boodschapper overbracht.

4. Mensen hebben maar een beperkt begrip en inzicht in het universum. Zij begrijpen alleen datgene wat Allah hen aan begripsvermogen heeft gegeven. Zij begrijpen niet alles van het bestaan. De zeven hemelen, de aarde en al hetgeen zich hierin bevindt prijzen Allah (Glorieus en Verheven is Hij). Soms geeft Allah sommige van Zijn schepsels het vermogen om zulk lof aan te horen. Allah heeft gezegd, wat vertaald betekent: “De zeven hemelen en de aarde en wie er in hen zijn, roepen Zijn Glorie uit en er is niets of het roept Zijn Glorie uit met Zijn lofprijzing en toch begrijpen jullie hun glorieroep niet. Voorwaar, Hij is Zachtmoedig, Vergevensgezind.” [38]
Ook duivels en djinn [39] lopen op aarde rond. De djinn kwamen bij de boodschapper en luisterden naar zijn recitatie van de Qor-aan. Toen hij klaar was keerden zij terug naar hun volk om de Boodschap aan hen mede te delen. Deze schepping bevindt zich echter buiten het bereik van het menselijk verstand: “O kinderen van Adam, laat de Satan jullie niet in verzoeking brengen, zoals hij jullie voorouders uit de Tuin heeft verdreven; hij nam hun kleding van hen weg om hen hun schaamte te tonen. Hij en zijn aanhangers zien jullie van waar jullie hen niet zien. Voorwaar, Wij hebben de Satans tot leiders gemaakt voor degenen die niet geloven.” [40]

Ook al kunnen de mensen niet alle schepselen waarnemen, toch mogen zij het onwaarneembare dat vastgesteld is niet ontkennen.

________________________________________________

Voetnoten:

[1] Soerat Al-Anbieyaa-e (21), aayah 104.
[2] Soerat Al-Moe-e-mienoen (23), aayah 15-16.
[3] Al-Boekharie en Moesliem.
[4] Soerat Al-Moe-e-mienoen (23), aayah 115.
[5] Soerat Al-Qasas (28.), aayah 85.
[6] Soerat Al-Ghashieyah (88.), aayah 25-26.
[7] Soerat Al-An’aam (6), aayah 160.
[8] Soerat Al-Anbieyaa-e (21), aayah 47.
[9] Al-Boekharie en Moesliem.
[10] Al-Boekharie en Moesliem.
[11] Soerat Al-A’raaf (7), aayah 6-7.
[12] Al-Boekharie en Moesliem.
[13] Soerat Al-Bayyienah(98.), ayaah 7-8.
[14] Soerat As-Sadjdah (32), ayaah 17.
[15] Soerat Aal-‘imraan (3), aayah 131
[16] Soerat Al-Kahf (18.), aayah 29
[17] Soerat Al-Ah’zaab (33), aayah 64-66
[18] Aboe Daawoed en Ah’mad
[19] Soerat Al-An’aam (6), aayah 93.
[20] Soerat Ghaafir (40), aayah 46.
[21] Moesliem.
[22] Soerat Foessilat (41), aayah 30.
[23] Soerat Al-Waaqie’ah (56), aayah 83-89.
[24] Ahmed en Aboe Dawoed.
[25] Soerat At-Taghaaboen (64), aayah 7.
[26] Soerat Al-Baqarah (2), aayah 55-56.
[27] Soerat Al-Baqarah (2), aayah 72-73.
[28] Soerat Al-Baqarah (2), aayah 243.
[29] Soerat Al-Baqarah (2), aayah 259.
[30] Soerat Al-Baqarah (2), aayah 260.
[31] Soerat Ar-Roem (30), aayah 27.
[32] Soerat Al-Anbiyaa-e (21), aayah 104.
[33] Soerat Yaasin (36), aayah 79.
[34] Soerat Foessilat (41), aayah 39.
[35] Soerat Qaaf (50), aayah 9-11.
[36] Al-Boekhaarie
[37] Soerat Az-Zoemar (39), aayah 42.
[38] Soerat Al-israa-e (17), aayah 44.

[39] Schepselen die van rookloos vuur zijn gemaakt.
[40] Soerat Al-A’raaf (7), aayah 27.